werkgeluk

Van bestaanszekerheid tot betekenis

Leiderschap in de nieuwe werkrealiteit tussen zin, druk en resultaat 

Werk is in beweging. Waar het ooit draaide om bestaanszekerheid en collectieve rechten, staan nu thema’s als werkgeluk, zingeving en mentale balans centraal. Tegelijkertijd ervaren veel organisaties toenemende prestatiedruk, snelle technologische veranderingen en een voortdurend tekort aan talent. Leiders bevinden zich daarmee in het spanningsveld tussen menselijke waarden en harde resultaten. In dit artikel nemen we je mee langs de veranderende betekenis van werk – van fabrieksvloer tot flexcontract, van staking tot werkgeluk – en laten we zien wat dit vraagt van hedendaags HR-leiderschap. Met inzichten uit onze leergang HR Strategie en Leiderschap tonen we hoe mensgericht en resultaatgericht werken elkaar kunnen versterken. 

Van staking tot werkgeluk: hoe onze kijk op werk veranderde 

Die transitie is niet van de ene op de andere dag ontstaan. Op 1 mei, Dag van de Arbeid, herdenken we de strijd die ooit werd gevoerd voor eerlijke lonen en veilige werkomstandigheden. De oorsprong ligt in de Verenigde Staten, waar op 1 mei 1886 een massale staking werd georganiseerd voor de achturige werkdag. Vandaag de dag praten we over duurzame inzetbaarheid en werkgeluk. Die ontwikkeling laat zien hoe onze kijk op werk fundamenteel is verschoven – van collectieve strijd naar persoonlijke zingeving, en van structuur naar strategische ruimte. 

Arbeid als bestaansvoorwaarde 

In Nederland begon de strijd voor betere arbeidsomstandigheden in de 19e eeuw, met de opkomst van vakbonden zoals het NVV (nu FNV). Werk was zwaar en vaak onveilig. De roep om verkorting van de werkdag en betere lonen werd sterker. De invoering van de Arbeidswet van 1919, die onder andere de achturige werkdag regelde, was een mijlpaal. Deze periode draait om arbeid als bestaanszekerheid. De collectieve rechten stonden centraal (De Swaan, 1989). 

De opbouw van de verzorgingsstaat (1945–1980) 

Na de Tweede Wereldoorlog groeide Nederland uit tot een welvaartsstaat. Werk betekende niet alleen inkomen, maar ook sociale status, zekerheid en verbondenheid. Met de introductie van sociale regelingen als de WW (1949) en WAO (1967) werd arbeid stevig ingebed in een beschermend systeem. Volgens het SCP (2020) beleefden veel Nederlanders in deze periode werk als een maatschappelijke plicht: bijdragen aan de wederopbouw, het gezin onderhouden, en onderdeel zijn van de samenleving. 

Flexibilisering en individualisering (1980–2000) 

Vanaf de jaren ’80 verschoof de nadruk van collectieve verantwoordelijkheid naar eigen regie. Flexibilisering van de arbeidsmarkt leidde tot groei van tijdelijke contracten en zzp’ers. Werknemers moesten zelf hun loopbaan vormgeven (WRR, 2007). De druk om te presteren nam toe, met als gevolg dat psychische klachten toenamen. Toch was er nog weinig aandacht voor mentale gezondheid op het werk. 

De opkomst van werkgeluk en duurzame inzetbaarheid (2000–nu) 

In de 21e eeuw ontstond meer aandacht voor duurzaam werken – niet alleen in ecologische zin, maar vooral op het vlak van menselijk kapitaal. De vergrijzing, technologische veranderingen en de toename van stress gerelateerde uitval (TNO, 2022) dwingen organisaties om anders naar werk te kijken. 

Begrippen als werkgeluk, vitaliteit, zingeving en autonomie kwamen op de agenda. Het idee dat gelukkige medewerkers beter presteren wordt steeds vaker ondersteund door onderzoek (Harter et al., 2002; Bakker & Demerouti, 2007).  

De WRR (2020) pleit voor een brede kijk op werk, waarin het sociaal weefsel van arbeid wordt hersteld: niet alleen gericht op economische waarde, maar ook op welzijn en maatschappelijke samenhang. 

Van fabrieksarbeid tot flexcontract, van collectieve strijd tot persoonlijke zingeving – onze kijk op werk is constant in beweging. De Dag van de Arbeid herinnert ons eraan dat werk meer is dan inkomen. Het is verbonden met wie we zijn, hoe we ons ontwikkelen, en hoe we samenleven. 

HR Strategie en Leiderschap in de praktijk: inzichten uit een visiedocument 

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor leiders vandaag de dag? Hoe geef je richting aan werk dat bijdraagt aan welzijn én prestaties? De ontwikkeling in hoe we naar werk kijken – van overleven naar floreren – biedt aanknopingspunten voor strategische vraagstukken binnen organisaties. Thema’s als werkgeluk, duurzame inzetbaarheid en leiderschap staan dan ook regelmatig centraal in de visiedocumenten van deelnemers aan de leergang HR Strategie en Leiderschap. Zo onderzocht Claire Birkhoff hoe werkgeluk zich verhoudt tot productiviteit en welke rol leiderschap hierin speelt. Waar ze aanvankelijk de stelling onderschreef dat gelukkige medewerkers per definitie productiever zijn – de zogeheten Happy Productive Worker Thesis – laat haar analyse een genuanceerder beeld zien. Werkgeluk blijkt wél degelijk bij te dragen aan betere prestaties, maar alleen als leidinggevenden durven te investeren in autonomie, psychologische veiligheid en persoonlijk leiderschap. Haar conclusie: werkgeluk en productiviteit versterken elkaar, mits organisaties inzetten op intrinsieke motivatie en ruimte geven voor groei. Daarmee benadrukt haar werk dat mensgericht werken niet op gespannen voet hoeft te staan met organisatieresultaten – integendeel, het kan juist de sleutel zijn tot duurzaam succes. 

De geschiedenis van werk laat zien: vooruitgang vraagt visie én moed. In de leergang HR Strategie en Leiderschap gaan we aan de slag met de werkuitdagingen van nu. Werk zo vormgeven dat het duurzaam goed doet – voor mens, organisatie én samenleving.

Meer weten over de opleiding HR Strategie en Leiderschap?

 

 

De vooruitgang voor zijn?

Blijf geïnspireerd en altijd op de hoogte! Ontvang regelmatig vernieuwende kennisartikelen, uitnodigingen voor (gratis) inspiratiesessies en relevante updates over onze academische opleidingen.