Visie op goed bestuur: gewoon in het onderwijs
- Beleid en Publieke Strategie
- 12 februari 2016
De lotgevallen van een proefcollege
U kent het misschien wel. De onvermijdelijke vraag op verjaardagsfeestjes. “En, wat voor werk doe jij?” Ik werk in het onderwijs. “Ah, leuk! Welke groep heb je?” Nee, ik sta niet voor de klas, maar ik ben bestuurder. “Oh, je zit in het bestuur. Maar doe je daarnaast ook nog iets dan?”
Kennelijk bestaat er bij de gemiddelde Nederlander nog veel onduidelijkheid over het werk van de onderwijsbestuurder. Dit is ook niet vreemd als je bedenkt dat het model van besturen in het onderwijs de afgelopen jaren verregaand van karakter is veranderd. De besturen bestaande uit vrijwilligers zijn grotendeels verdwenen. Het (college van) bestuur en een toezichthoudende taak voor de raad is daar veelal voor in de plaats gekomen. Parallel aan de invoering van dit model brak een brede maatschappelijke discussie uit over de voor- en nadelen en de mogelijke risico’s. Incidenten en andere ontwikkelingen maken dit voortdurende debat uiterst actueel.
Proefcollege Excelleren in Onderwijsbestuur
Tijdens het voorstelrondje van het proefcollege sluit één van de deelnemers af met de volgende zin: “Voordat ik als bestuurder aan de slag ging, zat ik gewoon in het onderwijs. Eerst als docent, later als directeur en vervolgens als algemeen directeur. Het woordje ‘gewoon’ triggert kerndocent Sam Terpstra. In tegenstelling tot het werk ‘op de scholen’ is het werk van bestuurder blijkbaar dus niet gewoon. Hoe komt dat?
Tijdens het nadenken over zijn werk als onderwijsbestuurder, helpt het Terpstra om te denken in beelden. “Wij functioneren eigenlijk in een soort toneelstuk, waarin de rollen uitgeschreven zijn. Maar waar nog veel ruimte is voor interpretatie. Neem een burgemeester, iedereen heeft daar wel beelden en ideeën bij. Er zijn echter allerlei invloeden van binnen en buiten die mede bepalen hoe je die rol moet invullen. Dat heeft te maken met de context waarin iemand zich bevindt, zijn directe omgeving. Maar ook met interne verwachtingen: wat word je geacht te doen?” Een ander beeld wat Terpstra gebruikt is dat van krachten die je naar boven duwen of naar beneden trekken. Als bestuurder of eindverantwoordelijke schoolleider acteer je bovenin. Tegelijkertijd moet je weten wat er speelt in de scholen. Je moet zichtbaar zijn. Hierdoor word je misschien wel naar beneden getrokken. In dit licht is het ook interessant om te kijken wat je Raad van Toezicht doet.
“Het succes van jou als bestuurder is afhankelijk van de mate waarin je hart, hoofd en handen weet te combineren”, aldus Terpstra. Naast het begrijpen en doorgronden van concepten en theorieën, is het ook van belang om te weten wat je drijfveren zijn. Wat zet jou in beweging? Waar haal je inspiratie, energie en kracht vandaan? Vervolgens gaat het om welke handelingen of interventies je uitvoert, of juist niet. De samenhang in dit geheel zit hem in zelfinzicht. Ben je in staat en bereid om jezelf kritisch tegen het licht te houden?
Oud-deelnemer Geert Popma vult aan: “je ontdekt tijdens de leergang wie jij bent als bestuurder en waar je hart ligt. Het is goed om eens stil te staan bij problemen en niet direct de oplossing te zoeken. Je onderzoekt wat er in de literatuur staat over de problematiek en je kunt sparren met mededeelnemers. Veel gastdocenten houden een inleidend verhaal en gaan vervolgens het gesprek aan met de groep. Soms in combinatie met groepsopdrachten. Naar andere sprekers zit je soms ademloos een hele ochtend te luisteren. Met soms professionele verwarring tot gevolg. De uitdaging is vervolgens om met deze nieuwe kennis je eigen visie te formuleren op goed bestuur, in je eigen context.”
Voorbeelden van thema’s die aan de orde komen zijn:
- Interne en externe legitimiteit: hoe kun je als bestuurder keuzes legitimeren?
- Bestuurlijke dubbelrol: het bestaat, maar kan het wel?
- Samenwerking met andere scholen
- Debat over Governance
- Afstand en nabijheid
Deelnemers aan de opleiding zijn verantwoordelijk voor (een groep) scholen uit het PO, VO of MBO. Of een combinatie daarvan. Variërend van middelgrote tot grote schoolbesturen. Allemaal hebben ze te maken met een vergelijkbare complexiteit in het werk en worstelen ze met dezelfde fundamentele vraagstukken.
En dan sta je inderdaad niet voor de klas, maar dan werk je wel gewoon in het onderwijs. En als je daarnaast nog iets wilt doen, dan is er de opleiding Excelleren in Onderwijsbestuur.
Dit is een bijdrage van Ronald Hellinga, studieadviseur van de leergang Excelleren in Onderwijsbestuur bij AOG School of Management.