Tjibbe Jan Werksma over de leergang Leiderschap in Management: ‘Door deze leergang heb ik meer grip op mezelf en op mijn organisatie’
- Leiderschapsontwikkeling
- 4 april 2024
Hoe krijg je meer grip op je organisatie? Hoe krijg je je team mee in je plannen voor de toekomst? Hoe ga je om met weerstand tegen veranderingen? Allemaal vragen waar basisschooldirecteur Tjibbe Jan Werksma vorig jaar over liep na te denken. Daarom schreef hij zich in voor de leergang Leiderschap in Management. Een schot in de roos: ‘De leergang was niet alleen heel inspirerend, maar heeft me echt geholpen om mijn eigen leiderschap verder te brengen.’
Toen Tjibbe Jan Werksma directeur werd van openbare basisschool Ter Borch in Eelderwolde, had hij er al achttien jaar in het basisonderwijs op zitten, waarvan zes jaar als directeur. Met plezier: ‘Ik werkte elf jaar als leerkracht in mijn woonplaats Zuidhorn op vijf minuten fietsen van de school.’ Maar er begon iets bij hem te kriebelen. ‘Ik wilde meer grip krijgen op het onderwijs en zelf meer invloed uitoefenen. Daarom ben ik toen begonnen met de opleiding voor schoolleider.’ Het één leidde tot het ander en hij stapte over naar een basisschool in Marum, waar hij na twee jaar voor het eerst directeur werd. Na verloop van tijd kwam daar ook het directeurschap van een basisschool in Leek bij en was hij opeens meerscholen-directeur. ‘Ik heb mezelf in het diepe gegooid: twee scholen, dat was in het begin best wel pittig.
Een grote school met goede resultaten
In 2021 kreeg hij de kans om over te stappen naar de Ter Borchschool in Eelderwolde van Stichting Baasis, met zo’n 500 leerlingen, 40 medewerkers en 21 groepen. ‘Ze zochten een directeur die rust kon brengen na een aantal wisselingen in de directie. Het ging wel goed, maar het ‘kabbelde’ ook een beetje. Na twee jaar had ik de boel aardig op orde, maar ik voelde dat er meer mogelijk was. Deze school staat in een wijk waar kinderen het relatief gezien goed hebben. Natuurlijk hebben we ook schrijnende gevallen, maar gemiddeld genomen hebben we geen complexe populatie. Eigenlijk hebben de meeste leerlingen alles wat hun hartje begeert. Dat gun ik elk kind, maar het betekent ook dat we hier relatief gemakkelijk goede en passende resultaten behalen. Dat verwachten ouders ook. Maar hebben die kinderen levenslang iets aan die resultaten? Ik wil ze ook meegeven dat niet alles in het leven vanzelf gaat en hoe ze dan toch het maximale uit zichzelf kunnen halen.’
Machtig mooie colleges
Hij vroeg zich af hoe hij woorden kon geven aan het gevoel dat hij meer kon betekenen voor de school en de juiste handvatten om dit in de praktijk te brengen. ‘Daarover heb ik mooie gesprekken gehad met Friso Kingma, directeur-bestuurder van Stichting Baasis. Hij kende AOG School of Management en had er zelf twee leergangen gevolgd. Dus heb ik daar mijn licht opgestoken.’ Al snel schreef hij zich in voor de leergang Leiderschap in Management en genoot hij volop van de colleges over thema’s als socratisch denken, de complexiteitstheorie en Benedictijnse stuurmanskunst. ‘Die colleges waren machtig mooi. Tijdens de opleiding vraag je je soms af hoe alles samenhangt, maar geleidelijk pluk je eruit waar je zelf daadwerkelijk iets mee kunt. En dan zie je ook de logica van de opbouw van de leergang.’
Alles omgooien
Het kostte hem meer tijd dan verwacht om te komen tot de definitieve probleemstelling voor zijn visiedocument. ‘Ik had een goede klik met een paar deelnemers met wie ik een groepje heb gevormd. Wij hebben elkaar goed kunnen helpen en hebben heel wat avonden met z’n allen via Teams gespard over elkaars probleemstellingen.’ Maar toen het moment kwam om zijn eigen opzet te presenteren, nam hij een ingrijpend besluit. ‘Ik dacht dat ik de goede richting te pakken had, maar tijdens de presentatie besefte ik door de vragen die werden gesteld dat mijn aanpak niet goed genoeg voelde. Ik had door kunnen gaan op dezelfde voet, maar heb toen besloten om alles om te gooien. Dat was even slikken, want dit gebeurde een maand voor de eerste inleverdatum. Toch ik wist dat ik het zo moest doen.’
Innoverend vermogen
Hij besloot zijn visiedocument niet te schrijven over de besluitvorming binnen de school, maar over de vraag hoe hij het innoverend vermogen van zijn collega’s kon bundelen om de streefbeelden van de school over vier jaar te verzilveren. ‘Dan heb ik het over de doelen die we willen bereiken met ons onderwijs, dus bijvoorbeeld op het gebied van taal/lezen, wereldburgerschap of de samenwerking met partners van de kinderopvang. We hebben heldere uitgangspunten in het schoolplan gezet, maar hoe gaan we dat doel met z’n allen realiseren? In hoeverre kan ik het innoverend vermogen van mijn collega’s aanwakkeren en effectief inzetten om die doelen samen te bereiken?’ Het lukte hem om het document op tijd af te krijgen en hij deelde het met zijn collega’s.
Gegroeid als leider
Terugkijkend beseft hij dat hij ook als leider is gegroeid. ‘Waar kom ik vandaan en waarom handel ik zoals ik handel? Door die zelfreflectie word je je bewust van je blinde vlekken en leer je wat je valkuilen zijn. Ik weet nu bijvoorbeeld dat ik kan omgaan met een spannend moment zoals het omgooien van mijn hele visiedocument. Ik weet nu beter wie ik ben, hoe ik reageer en hoe ik gevoelens die ik had ten aanzien van mijn leiderschap en de school beter kan duiden. Mijn collega’s is dat ook opgevallen. Laatst nog na de sollicitatiegesprekken voor een nieuwe adjunct-directeur merkte een collega op dat ik rustiger ben dan vroeger en anderen meer ruimte geef voor hun inbreng. Ik vind het mooi om te merken dat ik nu meer grip heb op mezelf en op de organisatie.’