Concreet resultaat met duurzaamheid
- Leiderschapsontwikkeling
- 15 april 2014
Samen met AOG School of Management heeft Helmut Kaltenbrunner (1946) de nieuwe leergang Leiderschap in Duurzaamheid opgezet. Een leergang waarin hij alles kwijt kan wat hem al tientallen jaren op dit gebied bezighoudt. Zijn doel: mensen helpen echt werk te maken van duurzaamheid binnen de eigen organisatie. “Hoe vaak komt het niet voor dat je met open mond luistert naar een geweldige TED-lezing over duurzaamheid? Dan kom je thuis en wil je aan de slag, maar hoe doe je dat? Ik wil mensen helpen deze leemte tussen visie en praktijk op te vullen.”
Onderzoek of management? Toen Helmut Kaltenbrunner afstudeerde in de civiele techniek aan de universiteit van Wenen kon hij niet kiezen. De rest van zijn leven waterwerken ontwerpen trok hem niet aan. Hij wilde spannende dingen doen, theorie en praktijk combineren, zinvol bezig zijn en iets betekenen in de wereld. Hij verkaste naar Delft, behaalde nog een tweede master en kon vrijwel meteen aan de slag bij het Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch en als docent aan het huidige UNESCO-IHE Institute for Water Education. Hij reisde naar Afrika en Azië als troubleshooter voor het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, werkte bij het RIVM, richtte een eigen bedrijf op en was negen jaar partner bij Ernst & Young Consulting en twee jaar vicepresident bij Cap Gemini, voordat hij opnieuw een eigen adviesbureau samen met een partner opzette.
Ontwerp, organisatievormen & governance structuur
Waar hij ook werkte, steeds constateerde hij dat dingen onnodig vaak mislukken: infrastructurele werken, projecten in ontwikkelingslanden, organisaties die in de problemen komen en overheidsbeleid dat in de praktijk niet werkt. “Overal zag ik scheuren ontstaan. Meestal ging het al mis door fouten in de ontwerpfase of bij de keuze van de organisatie en governance-structuren. Door mijn hele loopbaan heen zag ik het zelfde euvel: twee derde van de opdrachten waren erop gericht om fouten te herstellen die bij nader inzien hadden kunnen worden voorkomen. Ik wilde problemen oplossen, maar telkens zag ik nieuwe problemen ontstaan.”
Duurzaamheid vraagt om inzicht in de totale keten
Hij schreef een proefschrift over systeemanalyse en beslisondersteuning en realiseerde zich dat veel problemen die hij zag te maken hadden met duurzaamheid en dan met name het gebrek daaraan. “Neem de autobranche. Het is evident dat het niet duurzaam is hoe deze opereert. De Citroën Deux Chevaux was echt een duurzame auto: laag verbruik en je kon alle onderdelen makkelijk repareren. Tegenwoordig heb je auto’s waarvan je de hele buitenspiegel moet vervangen als het led-lampje van het knipperlicht het niet meer doet. De overheid subsidieert elektrisch rijden zonder zich af te vragen hoeveel fossiele energie er nodig is om de stroom voor die auto te produceren. Om nog maar te zwijgen over de batterij die je na een paar jaar moet vervangen. Die zit vol zware metalen en andere stoffen die we met veel moeite hebben gedolven en niet eens worden gerecycled omdat dat veel te duur is. Als je naar de hele keten kijkt, blijkt elektrisch rijden helemaal niet zo duurzaam te zijn als men ons doet geloven.”
De impact van duurzaamheid
Kaltenbrunner onderscheidt drie terreinen binnen de duurzaamheid: de visie, de marketingclaim en de praktische uitwerking. “Zo’n fantastische TED-lezing over People, Planet en Profit blaast je omver. Wat een visie, wat een geweldige ideeën. Maar dan zit je weer achter je bureau en vraag je je af, hoe nu concreet verder? Wat kan ik volgende week doen? Wat past bij mijn organisatie?” Hij constateert dat veel bedrijven roepen dat zij duurzaam bezig zijn en dan er vaak voor kiezen om maar een beetje te shoppen: de een claimt duurzaam te zijn vanwege een energiezuinig gebouw en de ecologisch verantwoorde koffie, de ander pronkt met groene stroom of hybride auto’s. “Met goede bedoelingen hoor, begrijp me niet verkeerd. Maar of al die goede bedoelingen in de praktijk veel impact hebben is zeer de vraag. Een ding is zeker: het kan stukken beter.”
Duurzaam met een kleine d, continuïteit
Begin maar eens met duurzaamheid met de kleine d, is zijn advies. “Zorg er voor dat je als organisatie over tien jaar nog bestaat. Een bedrijf dat de kleine d niet haalt, zal nooit iets aan de D kunnen doen. Analyseer wat voor organisatie je bent, in welke omgeving je actief bent en hoe je systeem in elkaar steekt. Dan pas kun je bepalen welke keuzes bij je passen. En een bedrijf moet anders tegen duurzaamheid aankijken dan een overheidsorganisatie. Duurzaamheid heeft ook alles te maken met hoe je met je stakeholders omgaat. Een van de belangrijke stakeholders is het eigen personeel. Daarom heeft iedereen het nu over duurzame inzetbaarheid. Maar wat betekent het voor je eigen organisatie? Het gaat erom dat je ontdekt wat je binnen je eigen invloedssfeer kunt doen en wat bij je bedrijf past. En wat je zelf kunt doen zonder te grote economische risico’s te nemen.”
Totale systeem analyseren
Duurzaamheid met een grote D gaat een flinke stap verder. Kaltenbrunner: “Dan gaat het er om dat je naar de hele keten kijkt, naar je eigen rol in deze keten en nadenkt wat daarin anders en beter kan. Voor een bedrijf als H&M is duurzaamheid iets heel anders dan voor een bank. Daarom is het van belang het totale systeem te beschrijven en gericht te analyseren. Daarna kun je een onderbouwde keuze maken op welke aspecten van duurzaamheid je je wilt en kunt richten. Dit kun je toepassen voor de overheid en voor elke sector in het bedrijfsleven.”
Hij noemt de kledingsector als voorbeeld: “Als die sector afspreekt alleen goederen in te kopen waarbij sprake is van aanvaardbare arbeidsomstandigheden, dan kiest die sector een eigen systeemgrens. Je moet dan wel concreet maken waar de lijn ligt tussen aanvaardbare en onaanvaardbare arbeidsomstandigheden en vervolgens er op toezien dat voornemens ook worden uitgevoerd. Zo kan je ook met andere aspecten stapsgewijs in de richting van duurzaamheid met de groet D werken.”
Hetzelfde geldt voor de financiële sector. “Het is een goede zaak dat banken in energiezuinige kantoren werken en dienstreizen beperken door internet-conferencing. Maar de echte bijdrage van banken aan de grote D ligt op een ander vlak: zij hebben de mogelijkheid te kiezen wat ze willen financieren en onder welke voorwaarden ze dat willen doen.”
Kloof overbruggen tussen droom en daad
In de leergang gaat het erom de kloof te overbruggen tussen enerzijds de abstracte definities van duurzaamheid en globale visies en anderzijds de praktijk van alledag. Kaltenbrunner: “We geven onze deelnemers een bewegwijzering waarmee ze de eigen organisatie vanuit de invalshoek van duurzaamheid beter leren kennen. Dat doen we op basis van academische inzichten en praktische cases. Deelnemers leren hoe ze een einde kunnen maken aan de verwarring over wat is duurzaam en wat niet – onder andere door het hele systeem zichtbaar en transparant te maken. We geven ze de instrumenten, handvaten en argumenten mee die ze daarvoor nodig hebben. En zo gaan ze in de praktijk aan het werk, met een duidelijke strategische visie, maar vooral met het concreet maken van duurzaamheid. Dat is wat ik hoop te bereiken met deze leergang.”
Dit bericht is een bijdrage van Marjan Brouwers.