Aan elke disruptieve innovatie kleven twee kanten
Op welke manier veranderen technologische ontwikkelingen de samenleving? Wordt het er veiliger door of juist niet? Wat is de impact van de digitale transformatie op organisaties? En wat bedoelen we eigenlijk met die term? Aan de hand van drie stellingen gaan Ciano Aydin, kerndocent van Leiderschap bij Digitale Transformaties, en AOG masterstudent Reinier Hakvoort met elkaar in gesprek.
De aftrap: wat bedoelen we eigenlijk met de term Digitale Transformatie?
Ciano Aydin geeft meteen een filosofisch antwoord: eigenlijk bestaat er geen eenduidige definitie, maar een afbakening is wel mogelijk. ‘Je kunt onderscheid maken tussen digitale transformatie en digitalisering. Digitalisering betekent dat je apparatuur inkoopt, inplugt in je organisatie en dan ben je gedigitaliseerd. Maar dan heb je nog geen digitale transformatie doorlopen. Daarvoor moet je twee dingen doen. Ten eerste moet je je hele organisatie veranderen. Doe je dat niet, dan behoud je de oude organisatie en voeg je alleen wat technologische apparatuur toe. En dat is vragen om moeilijkheden.’
Van kladblok naar laptop
Reinier Hakvoort begrijpt wat Aydin hiermee bedoelt: ‘In de ouderenzorg hebben we wel de stap gezet van kladblok naar laptop, maar daarmee heb je nog geen transformatie doorlopen. Daarvoor is echt meer nodig.’ Aydin beaamt dit: ‘Digitale transformatie betekent dat je je organisatie grondig moet herijken op basis van de technologie die je hebt ingekocht. Je moet dan rekening houden met wat die technologie anders kan en doet ten opzichte van je oude technologie. Ten tweede is de digitale transformatie pas geslaagd als je waarde toevoegt. Dat betekent voor mij dat je lange-termijn doelen en idealen hebt geformuleerd en dat je mede dankzij de technologie die daarbij past je ambities weet te realiseren.’
Stelling 1: Wordt de wereld veiliger door de digitalisering?
Hakvoort stelt dat digitalisering de wereld schijnbaar veiliger maakt, maar hij vraagt zich af in hoeverre dat klopt: ‘Nieuwe technologie zorgt ervoor dat alles transparanter wordt en je meer inzicht krijgt in wat er gaande is in de wereld. Dat zien we bijvoorbeeld in de criminologie. Dankzij de voorspellingen van algoritmes vinden er minder inbraken plaats. Vluchtende auto’s kunnen we nu op de weg volgen. De wereld wordt veiliger en transparanter door de voortschrijdende digitalisering, maar de vraag is of daar ook een keerzijde aan zit. Zo kun je nu aan een echografie zien of een baby een afwijking heeft. Die kennis dwingt je tot een keuze, die je vroeger niet hoefde te maken.’
De invloed van de ontembare mens
Het klopt dat technologie bijdraagt aan de veiligheid van de wereld en de gezondheid van mensen, zegt Aydin en hij wijst op de populariteit van stappentellers. Maar hij constateert dat de technologie ook een schaduwkant heeft. ‘Je moet ervoor oppassen dat je veiligheid en gezondheid niet reduceert tot wat je kunt meten of voorspellen. Dan denk je dat je in control bent, maar wat je niet meet, blijft onzichtbaar. En dan kun je verrast worden door factoren die je niet had meegenomen in je metingen. Bovendien laten mensen zich niet reduceren tot data. De mens is nooit volledig vast te stellen en te doorgronden en daardoor nooit volledig voorspelbaar. En dankzij die ontembaarheid en ongrijpbaarheid is de mens buitengewoon creatief en in staat om radicale innovaties te bedenken.’ Die ongrijpbaarheid doet Hakvoort denken aan een Cruyffiaanse waarheid: ‘Je kunt alleen zien wat je ziet en dan pas kun je je ertoe verhouden. De veiligheid die technologie biedt, is een relatieve veiligheid. Je denkt dat je beet hebt, als je de cryptotelefoons van criminelen hebt gehackt, maar voor je het weet doen ze wat anders. Dat is de realiteit waarmee we nu te maken hebben.’ Hakvoort wijst op de donkere kanten van de digitale transformatie, zoals bijvoorbeeld verbeeld wordt in tv-series als Black Mirror. Daarmee leidt hij zijn tweede stelling in.
Stelling 2: In hoeverre zorgt de digitale transformatie voor een grote ontwrichting in de samenleving?
Tegenwoordig is de digitale technologie werkelijk overal: mensen besteden steeds meer tijd achter een scherm. De invloed van met name de sociale media brengen ook risico’s mee, zegt Hakvoort: ‘We zien dat mensen zich steeds meer vereenzelvigen met hun digitale identiteit en online en offline in een eigen cocon terecht komen, zonder dat ze daar zelf regie op hebben. Dat scenario schuurt met ons idee van vrijheid. Heb je nog keuzevrijheid op deze manier? In hoeverre raken we onze eigen identiteit kwijt aan de technologie? In deze coronacrisis zie je dat nog sterker in relatie tot groepen op de sociale media: veel mensen zitten in een bubbel en houden vast aan hun eigen waarheid. Mede daardoor neemt de polarisatie steeds verder toe. Ook in de politiek gebeurt dat steeds meer. De nuance lijkt verdwenen te zijn en mensen zijn minder bereid om kritisch te denken. Ze zijn onvoldoende in staat om een stap achteruit te zetten om het geheel vanaf een afstand te beschouwen, zodat ze ook andere perspectieven toelaten die mogelijk hun mening kan bijstellen.’
Technologie als oplossing van een probleem
Technologie heeft inderdaad een grote invloed op je doelen en het kleurt en bepaalt je waarden, vervolgt Aydin: ‘Het is normatief en normerend en zeker geen neutraal middel. Technologie is vaak een reactie op een probleem. Echter, de oplossing van dat probleem leidt vaak tot onvoorziene nieuwe problemen. De auto was bijvoorbeeld de oplossing voor goedkoop transport voor iedereen, maar niemand voorzag indertijd dat de auto onze wereld totaal zou veranderen en voor nieuwe problemen zou zorgen. Daaraan zie je dat technologie niet zomaar een neutraal middel is. Je moet van tevoren anticiperen op de bredere invloed en impact van de invoering van nieuwe technologie. Dat is niet makkelijk maar nodig, ook om doorlopend te kunnen reflecteren op hoe technologie onze samenleving verandert en zou moeten veranderen.’
Disruptieve innovaties die ertoe doen
Hakvoort constateert dat technologie zich continu aanpast aan de behoefte van gebruikers en dat dit leidt tot mooie, disruptieve innovaties die er echt toe doen. ‘Als ik kijk naar de gezondheidszorg, zie ik prachtige technologische ontwikkelingen aan de cure-kant van de zorg. Zo bestond vijf jaar geleden de technologie nog niet om heel snel vaccins te ontwikkelen. In de ouderzorg zijn we helaas veel behoudender. Bij ons verlopen veranderingen maar heel geleidelijk, zeker niet disruptief. De enige grote disruptie van de afgelopen dertig jaar was het besluit van Jos de Blok om een totaal nieuw zorgconcept neer te zetten buiten de staande organisatie. Heeft dit de zorg werkelijk in de basis veranderd? Ik vraag me dat af.’ Aydin wijst op de ontwikkeling van e-health-applicaties in de zorg die hij beschouwt als echte disruptieve innovaties. ‘Dankzij die e-health-applicaties participeert de patiënt in zijn eigen zorg en deelt de zorgverlener zijn expertise met die patiënt. Dat is de positieve kant. Zo zijn er handheld scanners ontwikkeld waarmee mensen zichzelf thuis kunnen controleren op knobbels in de borst. Daarmee voorkom je dat ze te laat naar de huisarts gaan. Maar ook hier doemt een schaduwkant op: sommige mensen gebruiken zo’n apparaat om zichzelf voortdurend te checken uit angst iets te missen. Dat heeft een negatief effect op hun kwaliteit van leven. Met die andere kant van een innovatie moet je dus ook rekening houden. Daar moet je van tevoren goed over nadenken.’
Laaghangend fruit
Hakvoort constateert dat veel innovaties in de zorg zijn gericht op oplossingen die je kunt scharen onder laaghangend fruit. ‘Dat zijn geen oplossingen die echte veranderingen tot stand brengen. Ik heb zelf een bedrijf in innovatie in de zorg. Wij gaan uit van wat de eindgebruikers nodig hebben en beginnen dan altijd met het proces, niet met de technologie. Ik vind dat we in de zorg anders naar onszelf moeten kijken en ik hoop dat deze coronacrisis een alarmbel is voor veel bestuurders en managers die zich afvragen of we sommige dingen in de zorg toch anders moeten en blijvend kunnen gaan doen.’
Stelling 3: Leiderschap in de 21e eeuw heeft behoefte aan een golfsurfer
Voor deze stelling verwijst Hakvoort meteen naar het artikel van Freek Peters We don’t need another hero waarin deze stelt dat leiderschap historisch gezien verbonden is met de maatschappelijke en culturele tijdgeest en daarmee de norm voor effectief en fatsoenlijk gedrag mede bepaalt. ‘We hebben in de 21ste eeuw behoefte aan een ander type leiders. De tijd van de leeuw die zichzelf op de borst klopt is voorbij. Eerst maakte die leeuw plaats voor de faciliterende manager en nu breekt de tijd aan voor de golfsurfer. De golfsurfer toont leiderschap, maakt transparante keuzes en is er echt voor zijn omgeving. Het is een leider die zichzelf niet op een voetstuk plaatst, maar laat merken dat hij de expertise van anderen nodig heeft. De golfsurfer is een leider die de stap durft te zetten van middelen naar betekenis, van hard power naar soft power.’
Golven pakken die een ander niet ziet aankomen
De golfsurfer kijkt op een andere manier naar innovaties, zegt Hakvoort: ‘We moeten oude paradigma’s achter ons laten. Niet meer lineair innoveren van a naar b naar c naar d, maar veel meer adaptief. Daarvoor hebben we ook een ander type leiderschap nodig: contextueel leiderschap. Die golfsurfer dus, die meegaat op de golf, die vooruitkomt uit de kracht van de stroming.’ Aydin stelt dat deze tijd inderdaad vraagt om leiders die anderen in staat stellen om het beste uit zichzelf te halen. ‘Als leider van nu, een golfsurfer zoals je wilt, moet je goed weten wat er om je heen gebeurt en tevens kunnen anticiperen op nieuwe gebeurtenissen. Alles is open en transparant en dat maakt het werk van een leider een stuk complexer. Je moet veel meer een antenne ontwikkelen voor wat er intern en extern gebeurt. Ook in de eigen organisatie ben je niet meer die oude baas die aan het begin van de dag opdrachten uitdeelt. Je bent onderdeel van de organisatie, die weer onderdeel is van grotere en andere netwerken. Je neemt die organisatie mee in de beweging die past bij de visie van de organisatie en die draagvlak heeft, waarbij je rekening houdt met allerlei omgevingsinvloeden. Tegelijkertijd kan nieuwe technologie – denk aan blockchain en AI – je in staat stellen grote golven te pakken die niemand anders had zien aankomen.’
Afsluiting: Reflectie op digitale transformatie hard nodig
Aan het einde van het gesprek sluit Aydin af met een waarschuwing. ‘Wat betreft de digitale transformatie is een fundamentele reflectie op wat technologie doet met je organisatie en de samenleving essentieel. Digitale transformatie verandert onze wereld inderdaad radicaal, inclusief de manier waarop we met elkaar omgaan. De vraag is of dat positief of negatief is. Preciezer: of we ons willen identificeren met waarden en doelen die besloten liggen in die technologie. Door voortdurend data te verzamelen, kun je patronen herkennen en efficiënter werken. Dat heeft een positieve invloed op de economie. Die benadering is al begonnen tijdens de industrialisatie. Tegelijkertijd groeit de kloof tussen arm en rijk heel hard. Grote bedrijven, zoals de Big Five, profiteren van de digitale transformatie van onze samenleving door enorm veel data op te kopen waarmee ze ons nudgen en beïnvloeden. De gemakkelijkste manier om gedrag te voorspellen is namelijk door het te beïnvloeden. En vaak zonder dat we dat in de gaten hebben. Het resultaat is dat er onevenredig veel geld wordt verdiend. Dit leidt in mijn optiek tot een perverse vorm van kapitalisme. Daar moeten we als samenleving veel alerter op zijn.’
Benieuwd naar de opleiding Leiderschap bij Digitale Transformaties?
De opleiding Leiderschap bij Digitale Transformaties is een vakoverstijgende en multidisciplinaire studie, waarbij je een succesvolle digitale strategie ontwikkelt voor jouw organisatie.