Vrij, open en helder denken, maakt denken effectief

drs. Minke Tromp

drs. Minke Tromp

Op het denkvlak gaat veel mis. Dat zullen de meesten beamen – maar wat moeten we daarmee? Behalve de reflex om denken volledig af te doen en ons doorverwijzen naar het veronderstelde alternatief ‘voelen’? Of ons te verdiepen in de werking van het brein? Wat is de waarde van helder denken, van een gezonde, vrije geest? Neem het volgende gesprek.

 

 

 

Medewerker:
Het rapport is bijna klaar.
Leidinggevende:
Zouden we dat niet gister naar de klant sturen?
Medewerker:
Jawel, maar…
Leidinggevende:
Jij houdt je dus niet aan de afspraken

In dit korte gesprek gaat veel mis. Er ligt een organisatorische vraag in de samenwerking en de communicatie kan verbeterd, maar ook qua denken gebeuren hier interessante dingen.

Helder en effectief denken zouden hier helpen. Het kan voorkomen dat dit gesprekje het begin is van een onproductieve arbeidsrelatie of mogelijk zelfs verwordt tot een openlijk conflict. Wat leert het denken ons hier?

In het voorbeeld lopen twee soorten oordelen door elkaar. Namelijk analytische waarheden en feitelijke standen van zaken. De uitspraak “Het rapport is bijna klaar” is een ‘feiten-oordeel’ omdat het een feitelijke stand van zaken beschrijft. ‘Analytische-oordelen’ daarentegen zijn anders van aard omdat deze per definitie waar zijn. De uitspraak “Jij houdt je dus niet aan de afspraken” is een voorbeeld van zo’n ‘analytisch-oordeel’. Binnen de filosofie wordt dit onderscheid gemaakt door David Hume (1711-1776). Het staat bekend als ‘de vork van Hume’ en kent interessante implicaties.

Beide soorten oordelen kennen hun eigen problemen. Analytische-oordelen lopen het risico onnodige schade te berokkenen, omdat ze geen beschrijving geven van de wereld, terwijl ze dus wel noodzakelijkerwijs waar zijn. Aan de andere kant is het probleem van feiten-oordelen dat de waarheid of onwaarheid ervan alleen kan worden vastgesteld aan de hand van de ervaring van de persoon die het oordeel velt. In de praktijk levert dat allerlei misverstanden op.

Zo heeft de leidinggevende hier natuurlijk gelijk wanneer hij de analytisch noodzakelijke conclusie trekt dat deze medewerker zich niet aan de afspraak heeft gehouden. Toch is het waarschijnlijk zo dat deze opmerking – hoe waar het oordeel ook moge zijn – niet leidt tot acceptatie van de conclusie of de situatie. De medewerker voelt zich waarschijnlijk vervelend omdat het rapport nog niet af is en ‘hoort’ in de ware opmerking van de leidinggevende iets negatiefs. Omdat hij tegelijkertijd waarschijnlijk vermoedt dat hij dat oordeel niet kan weerleggen, voelt hij zich verder in het nauw gedreven en dat belet hem zich constructief op te stellen in de rest van het gesprek. Maar wat kan goed denken hier oplossen?

In dit geval zou het helpen wanneer de medewerker herkent dat de uitspraak niet noodzakelijkerwijs over de werkelijkheid gaat, maar simpelweg volgt uit het voorgaande. Hij zou dan zelfs zijn emotionele vrijheid beter kunnen bewaren opdat hij de waarheid ervan moeiteloos erkennen kan. Daarmee helpt hij de leidinggevende ook weer om tot een constructieve houding. Al kan deze zelf ook iets doen.

Andersom zou de leidinggevende beter bewust kiezen voor een beschrijving van de werkelijkheid in plaats van een analytisch-oordeel. Ook wanneer dat zijn eigen beleving betreft dat de teleurstellende implicatie dat het rapport nog niet af is. Want juist als het spannend wordt – en dat is vooral als we denken dat er dingen misgaan – dan hebben de meeste mensen moeite om de openheid in denken op te brengen. Terwijl natuurlijk juist op die momenten openheid en helderheid zó waardevol zijn. Die tragiek is een veelvoorkomend gevolg van rommelig denken.

Onnodig vaak ‘horen’ we persoonlijke veroordelingen en politieke strategieën in wat anderen zeggen of doen. We zouden kunnen zeggen dat de kwaliteit van het gemiddelde denkklimaat leidt tot allerlei niet-noodzakelijk, dus misbaar gedoe (dit is een voorbeeld van een analytisch-oordeel). Met het volgende feiten-oordeel kunnen we die waarheid koppelen aan de ervaring in de concrete praktijk. We kennen allemaal die situaties waarin misverstanden en onhandige interpretaties leiden tot een hoop gedoe.

De waarde van helder en effectief denken wordt nu steeds duidelijker. Zeker als je je realiseert dat er nog veel meer van dit kapstokken zijn die het denken kunnen structureren en daarmee de leefwereld vergemakkelijken en veraangenamen. Maar moeten we dan allemaal filosoof worden?

Het is gelukkig niet nodig om alle mogelijke denkfouten te voorkomen. Zeker is het niet verstandig om daarna pas weer aan het werk te gaan. Wel is het onverstandig om niets van je denken te begrijpen. En alle persoonlijke denkmanieren te projecteren op de wereld. Het voornaamste dat we kunnen doen is ons denken ontwikkelen, opdat we er niet over struikelen of onszelf erin verstrikken. Vrij, open, helder denken, maakt denken effectief.

Dit bericht is een bijdrage van drs. Minke Tromp. Minke is bij AOG School of Management onder andere programmaleider van het nieuwe programma Effectief Denken.

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.