Vijftig jaar werken, honderd jaar chillen

Kinderen die nu geboren worden hebben een grote kans 100 jaar te worden. Dat schrijft onderzoeker Joop de Beer van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) in een rapport dat 25 september jl. verscheen. In 2012 was in Nederland de levensverwachting van vrouwen 82,8 jaar en van mannen 79,1 jaar.

Die cijfers geven een beeld van de huidige situatie, maar geven geen voorspelling over hoe oud Nederlanders zouden kunnen worden die op dit ogenblik geboren worden. In het meest optimistische scenario van het NIDI worden pasgeboren meisjes van nu gemiddeld 104 jaar en jongens gemiddeld 99 jaar.

Rudi Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde in Leiden, onderschrijft dit scenario in NRC Handelsblad. “De levensverwachting blijft stijgen met 2 tot 3 jaar per decennium. Ik daag mijn studenten tijdens colleges uit of zij zich er al op hebben ingesteld om een eeuweling te worden. Je zou jezelf tekort doen om te veronderstellen dat er nu geen innovatie meer zou optreden die het leven verlengt.”

Zal men in Nederland over honderd jaar lachen om al het verzet tegen de verhoging van de AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd? In 2113 is het misschien wel heel gewoon om honderd of ouder te worden. Misschien werken mensen dan wel door tot hun tachtigste. Twintigers die nu de arbeidsmarkt betreden worden ouder dan de huidige 65-plussers. Zij moeten er al rekening mee houden dat ze pas op hun 72ste, misschien 76-ste met pensioen kunnen, volgens De Beer. Baby’s van nu hebben helemaal een lang leven werken voor zich.

Is onze huidige pensioenstelsel ook berekend op een spectaculaire stijging van de levensverwachting? “Nee, niet voldoende”, aldus Gert Kloosterboer van de Pensioenfederatie, de koepelvereniging van 350 pensioenfondsen in de NRC. “Dat we ouder worden is goed nieuws, zeker als het in goede gezondheid is. Maar we zullen allemaal langer moeten gaan werken om het pensioenstelsel houdbaar te houden.” Volgens Jeroen Breen, directeur van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) is dat langer doorwerken een punt van zorg. “Is er straks wel werk voor al die zeventigplussers op de arbeidsmarkt?”.

Nog niet zo lang geleden waren we met z’n allen bang dat door de combinatie van ontgroening en vergrijzing een structureel tekort aan personeel zou ontstaan. Inmiddels is de economische realiteit volkomen anders en dreigt de werkloosheid tot schrikbarende hoogtes op te lopen, waardoor het thema vergrijzing van de arbeidsmarkt nauwelijks aandacht meer krijgt. Maar is dit slechts te wijten aan de recessie? Volgens Jaron Lanier, auteur van het boek Who Owns the Future?, helaas niet. In dit boek waarschuwt hij in mijn ogen zeer overtuigend voor een structurele uitholling van banen in de middenklasse.

De kern van het probleem is het ontstaan van zogenaamde ‘winner-take-all’ systemen, waarbij slechts een kleine groep bedrijven en individuen het overgrote deel van de welvaart claimt. Dit is mogelijk door de dynamiek en het business model van internet. Doordat elk marktsegment (algemeen of niche) zeer transparant is en concurrentie op het web uiterst efficiënt en effectief verloopt, blijven er slechts enkele winnaars aan de top van elke markt over. Die worden steeds groter en dominanter, en verdrukken vroeg of laat alle andere partijen. Dit is te vergelijken met de sportwereld, waarbij er sprake is van een klein aantal ‘sportsterren’ en een grote ‘long tail’ van minder presterenden.

Dit in tegenstelling tot de ‘bell curve distribution’ die in de oude economie gangbaar is en waarbij de welvaart voornamelijk wordt verdeeld over de ‘average people’, de middenklasse dus. Het voordeel van een grote middenklasse is dat deze de economie draaiende houdt door algemene bestedingen die algemene inkomsten opleveren, waardoor er weer besteed kan worden etc. Het verdwijnen van banen voor de middenklasse doorbreekt deze succesformule. Een goed voorbeeld is de muziekindustrie, waarbij enkele grote internetwinkels de distributie van muziek via het web in handen hebben en er steeds meer fysieke muziekwinkels verdwijnen. Dit kost allerlei gerelateerde banen, zoals die van winkelverkopers en logistieke medewerkers.

Een doemscenario in de ogen van Lanier zou zijn als cloud computing gecontroleerd door enkele zeer dominante bedrijven, in combinatie met verregaande robotisering van arbeidsprocessen en 3D-printing van allerlei basale gebruiksgoederen, vrijwel alle middenklasse banen overbodig maakt. Dit zou kunnen leiden tot een economische stagnatie waardoor we opnieuw in de middeleeuwen terecht komen, waarbij een kleine, elitaire toplaag alle macht en rijkdom in handen heeft en de grote massa in armoede en ellende vervalt.

Helaas is Lanier niet de enige visionair die zich zorgen maakt over de toekomst van werk. In haar boek De Werkrevolutie beschrijft Lynda Gratton de vijf krachten die onze manier van werken fundamenteel gaan veranderen: technologie, demografie, globalisering, samenleving en energie. Gratton, die onlangs een Lifetime Achievement Award ontving voor haar werk op het gebied van HR-onderzoek, toont aan dat we voor een revolutie staan die vergelijkbaar is met de industrialisatie aan het eind van de 18e eeuw. Wat de afgelopen decennia als normaal werd beschouwd, gaat volgens Gratton in de komende jaren verdwijnen.

Het is vrijwel zeker dat we in de toekomst naar een andere manier van verdeling van werk (en welvaart) toe zullen moeten. Traditionele banen zullen schaars worden. De huidige trend dat werknemers die (nog wel) een baan hebben steeds productiever moeten worden en harder moeten werken, is paradoxaal genoeg juist niet de oplossing voor het probleem. De werkelijke uitdaging is waarschijnlijk hoe een zinvolle invulling te geven aan de enorme hoeveelheid tijd die we met z’n allen niet-werkend zullen doorbrengen – ongeacht of men nu 30, 60 of 90 jaar oud is.

Onze naar circa 100 jaar oplopende levensverwachting speelt in deze problematiek dus een grote rol. Maar wat als we nog eens twee keer zo oud worden? In zijn boek De singulariteit is nabij beschrijft Raymond Kurzweil zeer goed geïnformeerd over de ophanden zijnde veranderingen op het gebied van gezondheid en levensverwachting, economie, milieu, virtual reality, de groei van kunstmatige intelligentie en het samengaan van mens en computer.

Singularitarianen zijn ervan overtuigd dat het moment waarop de mensheid de grenzen van de biologie overstijgt nabij is. Parallelle revoluties in genetica, nanotechnologie en robotica zullen deze ontwikkeling mogelijk maken. Ze zullen ons de mogelijkheid bieden om onze afhankelijkheid van onze lichamen steeds verder te verminderen, onze denkkracht meer dan exponentieel te vergroten en een groot aantal maatschappelijke problemen op te lossen.

Volgens Kurzweil zijn de eerste kinderen al geboren die 200 jaar oud gaan worden. Uiteindelijk zou zelfs het eeuwige leven mogelijk zijn: we kunnen onze hersenen koppelen aan de intelligentie van extreem krachtige computers, onze herseninhoud uploaden in een computer en op die manier kan ons ‘ik’ eeuwig voortbestaan. Zo ver is het natuurlijk nog niet. Maar laten we er voor het gemak eens van uit gaan dat we de 150 gaan halen en dat we erin slagen om alle werkgerelateerde uitdagingen op te lossen. Dan voorzie ik een prachtige toekomst, waarin we slechts 50 jaar hoeven te werken en 100 jaar lekker kunnen chillen!

Dit bericht is een bijdrage van Remco Noordsij. Remco Noordsij is eigenaar van  Joboppz. Hij helpt organisaties doelen te realiseren door het beter benutten van menselijk potentieel. Bij AOG School of Management heeft hij met goed gevolg de leergang HR-Strateeg  afgelegd. Momenteel is hij deelnemer aan de opleiding  Verandermanagement.

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.