Van overheid naar tussenheid

Dirk-Jan de Bruijn

Dirk-Jan de Bruijn, docent in de opleidingen Strategisch Programmamanagement en Digitaal Leiderschap

What’s going on?

Interessant is – zeker als je er zo midden in staat – om even stil te staan bij de wereld waarin we vandaag de dag leven. Want ontwikkelingen in de sfeer van technologie (internet of everything, digitalisering, 3D printing), stijgende emancipatieniveaus (sinds medio jaren 60 is ons educatieniveau een factor 8 gestegen), verdere versplintering van klantbehoeftes en een snel platter wordende wereld (globalisering) zorgen voor een voortdurend toenemende snelheid van economische veranderingen. Die vervolgens in een steeds hoger tempo door consumenten worden omarmd: vergde de acceptatie van het stoomschip nog meer dan een eeuw, internet veranderde de wereld in minder dan een decennium en recent hebben Apple en Facebook een revolutie ontketend in minder dan vijf jaar tijd.

Dat dit alles geen vergezicht meer is blijkt wel uit de snelheid waarmee nieuwe spelers als accommodatie-community Airbnb (20% van de traditionele hotelmarkt, verzorgt op jaarbasis zo’n 15 miljoen accommodaties), Booking.com (dagelijks meer dan 700.000 boekingen) of taximakelaar Uber (actief in ruim 200 steden in 45 landen, omzet verdubbelt elk half jaar) zich een positie weten te verwerven in ons krachtenveld. Maar anderzijds ook het tempo waarin bestaande organisaties (Free Record Shop, Kodak, Nokia, Oad) hun dominante positie hebben verspeeld.

En dit alles wordt bevestigd door de ‘Wet van Moore’ die al sinds de jaren zestig een wetmatigheid is: iedere 18 maanden komt er een nieuwe chip die het aantal verbindingen verdubbelt. Of de wet van Cooper: iedere dertig maanden verdubbelt de capaciteit van draadloze communicatie gemeten in bytes – tegen gelijkblijvende kosten. En deskundigen beweren dat deze trends zich in de komende vijftien jaar van kracht zal blijven, waarmee we in het jaar 2030 tweeduizend keer meer digitale power hebben dan nu het geval is.

En natuurlijk raakt dit ook het publieke domein in alle hevigheid. Anders gezegd: die biedt kansen voor alle domeinen – of het nou om veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid, openbaar bestuur, zorg of onderwijs gaat. Denk maar eens aan issues als integrale stadsverlichting, dynamisch verkeersmanagement en brede toepassing van zelfrijdende auto’s en robotisering in de zorg. Of het creëren van nieuwe vormen van waarden mogelijk gemaakt door breed gebruik van sociale media en open data.

Van overheid naar tussenheid

Wat dit betekent? As we speak zit onze overheid in een ware paradigmashift. De omslag van verticale en machtssturing (inhoudelijke pijlers, ministeriële verantwoordelijkheid) naar horizontale sturing op basis van toegevoegde waarde, intrinsieke motivatie, zingeving en gelijkwaardigheid (multilevel governance). Leidende uitgangspunten hierbij zijn de verschuiving van controle naar verantwoordelijkheid (responsibility) en aansprakelijkheid (accountability), van opgedragen doelen naar gezamenlijk gedeelde en overeengekomen doelen, van statische organisatievormen naar meer flexibele organisatievormen, van wij-weten-wel-wat-goed-voor-is gedrag (a desk is the most dangerous place from which to view the world) naar wederkerigheid en reciprociteit. Hierin past ook veel meer het denken in domeinen, processen of ketens in plaats van in organogrammen. Of dat nieuw is: dacht het niet. Was het niet Tony Blair die daar eind vorige eeuw over riep: ‘we have to organize government around problems – not problems around government’?

Heel plat gezegd betekent dat vooral de slag maken van ‘rule based’ (kan niet – dus mag niet) naar ‘value based’ denken. Gericht op het creëren van  waarde middels slimme vormen van publiek-publiek. Over de grenzen van onze eigen hertogdommen, dus zonder die verstikkende barrières. Maar ook het realiseren van de samenwerking met marktpartijen: niet met dat traditionele competitieve karakter, maar vanuit een coöperatieve insteek. Ter operationalisering van het beproefde win/win concept. Gefocust op het oplossen van maatschappelijke vraagstukken vanuit een perspectief van een netwerksamenleving.

Vraagt wél om veerkracht

Cruciaal bij dit alles is de omarming van het principe van agility. Ook wel: veerkracht. Geen one size fits all, maar het lenig schakelen tussen meerdere stijlen en vormen. Om zo de juiste balans te vinden tussen top-down en bottom-up, tussen dirigerend of dwingend en dienend, tussen sense of urgency en sense of excitement en tussen concentratie en decentralisatie. Sterk sturend op eigen verantwoordelijkheden en concrete behoeftes: dus weten wat er speelt. Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Om zo ook gebruik te maken van de kracht en de uniciteit van de verschillen: wat eigen is blijft eigen. Maar wel geregisseerd vanuit één concept. Waarbij je diversiteit als driver inzet. Zo bouw je geen windscherm, maar een windmolen. Anders gezegd: ‘when the wind of change blow, some people build walls and others build windmills’. Opdat zo onze lineaire orde van wet en regelgeving die exponentieel toenemende technologische ontwikkelingen daadwerkelijk faciliteert en ondersteunt.

Dé sleutel: begin met het einde voor ogen!

Dominant in dit alles is het concretiseren van een helder vergezicht: waar je tent in 2020 staat. Om in de sfeer van Covey vanuit dat eindbeeld aan de slag te gaan. Niet in de vorm van een holle visie, maar écht uitgewerkt. In co-creatie met stakeholders en klanten. Waarbij je denkkracht en draagvlak combineert. Om zo dat noodzakelijke ownership ook te kunnen borgen. En verpakt in een medium dat de vernieuwing ook écht uitademt: een actionlab of proeftuin. Confucius-proof natuurlijk! Immers: als je van ‘A’ naar ‘B’ gaat, dan helpt het om vanaf dag één in termen van ‘B’ te handelen.

Confucius-proof: schrijf het op en ik vergeet het, laat het me zien en ik onthoud het maar laat het me voelen en ik interneer het, ik maak het me eigen.

Kansen genoeg dus. Maar je moet ze wel willen zien. Zoals Churchill dat zo pakkend heeft verwoord: ‘a pessimist sees the difficulty in every opportunity; an optimist sees the opportunity in every difficulty.’

En avant.

Dit bericht is een bijdrage van Drs. Dirk-Jan de Bruijn. Dirk-Jan is sinds 2004 actief in verschillende management- en directiefuncties met een forse verandercomponent binnen de Rijksdienst. Hij vindt dat de uiteindelijke gebruiker, de afnemer een nadrukkelijke rol moet hebben in een verandertraject. Bij AOG School of Management is hij docent in de opleiding Digitaal Leiderschap en Strategisch Programmamanagement.

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.