De stereotypes van een ‘goede’ leider en een ‘goede’ vrouw zijn volstrekt verschillend
- Leiderschapsontwikkeling
- 20 augustus 2019
Nog altijd vinden we vrouwelijke leiders bijzonder. Dat blijkt wel uit krantenkoppen als ‘Vrouw wordt directeur havenbedrijf’ of ‘Vrouw wordt burgemeester van Amsterdam’. Vrouwelijke leiders zijn vaak eenlingen en komen daardoor onder een vergrootglas te liggen. Volgens Janka Stoker (hoogleraar Leiderschap en Organisatieverandering aan de RuG, waar zij directeur is van expertisecenter In the LEAD, en tevens docent in verschillende leergangen van AOG School of Management) komt dat mede doordat de stereotype beelden die we toedichten aan vrouwen en leiders haaks op elkaar staan: een goede vrouw is zorgzaam en bescheiden en een goede leider is daadkrachtig en masculien.
Het Double Bind fenomeen
“Professor Alice Eagly noemt dit fenomeen de Double Bind. Een goede vrouw heeft alle eigenschappen die een goede leider niet heeft, en omgekeerd. Vrouwelijke leiders worstelen hiermee: ze kunnen dus ofwel een goede leider zijn, ofwel een goede vrouw. Ze worden hoe dan ook op beide dimensies beoordeeld. Dan denken vrouwen vaak: dan ben ik liever een goede leider en dan maar geen goede vrouw. Een bekende politica die duidelijk voor de ‘goede leider’ koos was ‘Iron Lady’ Margaret Thatcher. Hilary Clinton liet juist zien hoe ingewikkeld het is om als vrouw een zichtbare positie als leider te ambiëren. In haar strijd tegen Donald Trump wilde ze vooral geen emoties laten zien, hoe heftig hij ook naar haar uitviel. Want ‘we’ vinden emotionele vrouwen die boos worden of hun stem verheffen labiel en dus geen goede leiders. In een filmpje op You-Tube waarin twee acteurs een debat tussen Clinton en Trump naspelen, maar dan omgekeerd, zie je hoe absurd het is dat zij nooit boos wordt.”
Alleen vrouwen hebben last van slecht presterende voorgangsters
“Die stereotype beelden zie je terug in ander onderzoek. Zo heeft professor Madeline Heilman onderzoek gedaan naar opvolgers van mannelijke en vrouwelijke leiders. Daaruit blijkt dat als een man of een vrouw het goed heeft gedaan als leider, het niet uitmaakt of de opvolger een man of een vrouw is. Als een leider het echter slecht heeft gedaan, zie je wel verschil. De opvolger van een man die heeft gefaald, kan opnieuw zowel een man als en vrouw zijn. Maar als een vrouw het slecht heeft gedaan, dan heeft een vrouwelijke opvolger het juist moeilijker. We denken dat het falen van die vrouwelijke leider namelijk te maken heeft met het feit dat ze een vrouw is: ‘zie je wel, vrouwen kunnen dat niet’.”
Vrouwen moeten zich bewijzen, mannen niet
“Uit onderzoek blijkt echter dat de verschillen in de manier waarop mannen en vrouwen leidinggeven helemaal niet zo groot zijn. De verschillen binnen die groepen zijn vaak groter dan tussen de groepen: je hebt daadkrachtige vouwen en zorgzame mannen en andersom. Overall zien we dat vrouwen het qua leiderschap net iets beter doen dan mannen. Ze zijn meer transformationeel en inspirerend, meer gericht op de ontwikkeling van hun mensen. Daar scoren mannen lager op. Is dat omdat vrouwen daar van nature beter in zijn? Nee, vrouwen zijn niet zo fundamenteel anders dan mannen, en bovendien is dergelijk leiderschapsgedrag ook goed te ontwikkelen. De verklaring is veel eerder dat vrouwen, om op die plek terecht te komen, gewoon extra goed moeten zijn. Ze moeten opboksen tegen die hardnekkige stereotypen van de ideale, masculiene leider, en bewijzen dat ze goede leiders zijn. Als een man solliciteert naar een functie als leider, krijgt hij juist dankzij die stereotypes automatisch leiderschapskwaliteiten toegedicht.”
Meer vrouwelijke leiders nodig tegen hardnekkige stereotypen
“Stereotypen veranderen maar heel langzaam, maar het gebeurt wel. Als je kinderen vraagt een wetenschapper te tekenen, tekent 3 op de 10 nu een vrouw, in plaats van krap 1. Dat is al een enorme sprong, en heeft alles te maken met het feit dat we inmiddels vrouwelijke wetenschappers hebben. Datzelfde geldt voor leiders. Om die hardnekkige stereotiepe beelden echt te veranderen, hebben we veel meer vrouwelijke leiders nodig. Ze moeten geen eenlingen blijven. We zien dat de waardering voor feminiene kenmerken toeneemt als mensen zelf een vrouwelijke leider hebben of als ze werken in een context met meer dan twintig procent vrouwelijke managers. Dan wordt de ideale leider meer androgyn: een combinatie van masculiene en feminiene kenmerken. En aan dat stereotype voldoen vrouwen dus net zo goed als mannen. Er is dus hoop voor de toekomst. Kijk bijvoorbeeld naar bekende jonge vrouwelijke leiders, zoals de Amerikaanse Alexandria Ocasio-Cortez: een zeer strijdbare, vrouwelijke vrouw. Of de premier van Nieuw-Zeeland Jacinda Ardern: zij is daadkrachtig maar laat ook haar zorgzame kant zien.”
Prof. dr. Janka Stoker is docent in de leergang HR Strategie en Sourcing. Enthousiast geworden? Download de brochure direct