Peter de Graaf

Geluk vinden in een eeuwige worsteling: een filosofische benadering van misdaadbestrijding

Als kind peinsde Peter de Graaf MSc al over de oneindigheid van het heelal. Als volwassene ging hij in de jaren tachtig bij de politie en kwam als geboren en getogen Fries in Amsterdam terecht. Als chef van de Dienst Regionale Recherche in Noord- Holland houdt hij zich bezig met de aansturing van complexe opsporingszaken, zoals de zware, georganiseerde criminaliteit. Naast zijn werk volgde hij twee masterstudies, onder andere de masterstudie Strategy & Leadership bij AOG School of Management. “Met een sterke nadruk op de filosofie, want ergens ben ik nog steeds dat jongetje dat naar de sterrenhemel kijkt en nadenkt over hoe het kan dat het heelal oneindig is.”

Na verschillende functies bij de politie, onder andere als agent op straat, lid van een arrestatieteam en teamchef maakte De Graaf een uitstapje naar het bedrijfsleven om na twee jaar te- rug te keren bij de politie. Inmiddels geeft hij als commissaris leiding aan de 650 medewerkers van de regionale recherche in Noord-Holland. “Ons werk betreft de opsporing van zware misdaden, zoals ernstige milieudelicten, zedenzaken, mensenhandel en -smokkel en de georganiseerde criminaliteit. Daarnaast doen wij alles wat nodig is om met specialistische ondersteuning de opsporing in de bestrijding van de zware criminaliteit bij te staan.”

Verder kijken dan je eigen, beperkte wereld

Hoewel hij gepokt en gemazeld is binnen de politie, merkte De Graaf op een gegeven moment dat hij de wereld van de politie te klein vond worden. “Ik zocht naar manieren om mijn werk in een breder perspectief te zien, ook omdat ik vind dat wij onderdeel zijn van een grotere wereld. Kort door de bocht vind ik dat de politie te veel met zichzelf bezig kan zijn. Dat is wel uit te leggen, want de samenleving vraagt steeds om meer veiligheid, waardoor de druk altijd hoog is. Maar als wij de politie van iedereen willen zijn, dan moeten we over de grenzen van onze eigen beperkte, hectische wereld kunnen kijken.”

Filosofische vragen

Tijdens een masterstudie aan de Politieacademie ontmoette hij filosoof René ten Bos. “Als kind stelde ik al filosofische vragen en was ik geïntrigeerd door de vraag waarom dingen namen hebben en waarom het heelal oneindig is. Tijdens de gesprekken met René, die een leermeester in mijn leven is geworden, kreeg ik deels antwoord op mijn vragen.” Hij besloot zich te verdiepen in de filosofie en schreef zich bij AOG School of Management in voor de leergangen Filosofie in Organisaties – met Prof. dr. René ten Bos als kerndocent – en Nieuw Leiderschap in Organisaties.

“De politie heeft veel met verandering van doen en we gebruiken daarvoor vaak grote abstracte woorden, bijvoorbeeld in de beleidsvorming. Maar wat is de betekenis van die grote woorden en wat is de relatie met verandering? Bij AOG kreeg ik een breder perspectief aangereikt wat betreft de betekenis van deze vragen. Ik kan de dingen nu in een groter verband zien en heb meer inzicht in de relatie tussen taal en werkelijkheid. Met taal proberen we een oneindige, ongrijpbare werkelijkheid te pakken te krijgen. Taal reduceert en filtert om het als mens uit te kunnen houden in die werkelijkheid. Dat werpt een ander licht op de betekenis van beleidsvorming.”

Sisyphus en de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit

Tijdens de leergangen en de master van AOG lag de nadruk op de filosofie. De Graaf: “Ik heb veel aan de manier waarop ik heb leren denken. Van ons wordt bijvoorbeeld verwacht dat wij de georganiseerde criminaliteit bestrijden met grote daadkracht en een heilig geloof in resultaat en maakbaarheid. Peter R. de Vries zei dat we die strijd al lang hebben verloren. Maar is het wezenskenmerk van de bestrijding van zware georganiseerde criminaliteit niet dat die per definitie niet kan leiden tot het oplossen ervan? Desondanks houden we vol en geven we nooit op.

Dat vind ik ook de schoonheid van het politiewerk. Als Sisyphus rollen we steen de berg op, terwijl we weten dat die steen weer naar beneden rolt, zodra we boven zijn. Toch is Sisyphus een gelukkige man, omdat hij zich met zijn lot heeft verzoend, aldus Camus. Zo kunnen we ook kijken naar de ma- nier waarop wij omgaan met de georganiseerde criminaliteit. Het kan frustrerend zijn om te bedenken dat die criminaliteit een onoplosbaar probleem is en daardoor altijd zal bestaan. Dat je je daarmee verzoent betekent niet dat je het dan maar laat gaan. Integendeel. Het gaat erom dat je je er op een andere manier mee verhoudt.”

Irreële eisen vanuit de samenleving

Zijn filosofische manier van kijken naar het politiewerk wordt niet overal even goed begrepen. “In een omgeving waar alles draait om regie, grip, controle, daadkracht, succes en een sterk geloof in positief resultaat als gevolg van eigen verdienste kan mijn manier van denken nogal lastig te verteren zijn. Men ziet de wereld liever als voorspelbaar, maakbaar en controleerbaar, maar zo zit de werkelijkheid niet in elkaar. Ik begrijp goed dat de samenleving daar wel om vraagt, maar een deel van die samenleving stelt irreële eisen. Dat zie je bijvoorbeeld op tv waar alom gerespecteerde wetenschappers zich moeten verdedigen tegenover mensen die hun bewijzen van tafel vegen omdat die niet in hun straatje passen.

Wetenschappers weten dat je maar een glimp van de werkelijkheid te zien krijgt. Mensen vinden het moeilijk te accepteren dat de werkelijkheid te complex is om te bevatten. Dat kan ertoe leiden dat we de werkelijkheid willen reduceren tot ronkende beleidstukken. Zo hebben we het bij de politie vaak terecht over grote thema’s, zoals het belang van diversiteit, andere perspectieven op leiderschap, inclusiviteit en samenwerken. Dat zijn complexe thematieken met een oneindig karakter, die vragen om regelmatig beschouwen en afvragen. Helaas draait dat vaak uit op instrumentele implementatie- vraagstukken waarin regels, afspraken, proces en protocol al snel de boventoon voeren. Het zit in ons als ‘doe-organisatie’, wij moet resultaat behalen en daadkracht uitstralen.”

Winnen of verliezen

Op plekken waar ze hem nog niet zo goed kennen krijgt hij weleens de indruk dat ze vinden dat hij een raar verhaal vertelt. “Dan landt mijn verhaal niet, omdat men uitgaat van een strijd die je kunt winnen of verliezen. Daar zet ik tegenover dat de wereld onvoorspelbaar en niet eenduidig is en dat fundamentele onzekerheid misschien het juiste vertrekpunt is. Daarom is het belangrijk om te leren omgaan met frustraties en teleurstellingen. Binnen mijn MT en rechercheteams is dit wel onderwerp van gesprek. We accepteren dat onze opsporings- en veiligheidsvraagstukken in feite complexe werkelijkheden op zich zijn en dat de bestrijding ervan een ingewikkelde opgave is, zonder definitieve oplossing. Toch pakken al die collega’s die klus elke dag weer met beide handen aan en dat doen ze met een fanatieke toewijding.”

De oneindigheid van de werkelijkheid

Daarmee komt De Graaf terug op de oneindigheid van de werkelijkheid. “We houden die oneindigheid van de werkelijkheid liever op afstand, zegt de filosoof Hans Blumenberg. Wij kunnen er niet geen betekenis aan geven, omdat we niet kunnen leven zonder betekenis. Een vis stelt geen vragen over het water waarin hij zwemt. Onze werkelijkheid is als dat water, maar wij kunnen niet aanvaarden dat de werkelijkheid is wat het is. De werkelijkheid is er niet voor ons, zoals het water er niet is voor de vis. Toch willen wij de werkelijkheid beheersen, begrijpen en voorzien van betekenis, omdat we niet anders kunnen.

Dat is natuurlijk ook zo bij de politie. Het is onze taak om grip te krijgen op complexe veiligheidsvraagstukken. Daar zet ik me ook niet tegen af: ik probeer het te begrijpen en ik kijk er begripvol naar. Politiewerk in de bestrijding van zware georganiseerde criminaliteit is Sisyphus-arbeid. En juist dat geeft reden om er trots en geluk aan te ontlenen. Ik probeer in mijn werk de Sisyphus van Albert Camus te zijn. Gelukkig in de worsteling.”

In de leergang Filosofie in Organisaties draait het om vanaf een afstand te kijken naar de situatie en uit te zoomen. Dit gebeurt door ruimte te creëren in je hoofd en de situatie opnieuw te beoordelen. Zodoende kun je bij organisatievraagstukken een andere visie krijgen. De 11e editie start deze zomer onder leiding van kerndocent prof. dr. René ten Bos.

Beter worden in verbanden leggen, keuzes onderbouwen, en betekenis vinden?

Grotere bewegingen zoals maatschappelijke transities, internationale politieke ontwikkelingen en economische turbulentie, zijn door media altijd dichtbij. Daardoor heb je het gevoel er ook wat mee te moeten. Maar wat en hoe? Hoe ontdek je de bredere verbanden? En vanuit welk denken bepaal je je keuze? In deze vragen ligt een zoektocht naar betekenisgeving besloten. Waardevolle vragen, omdat ze over de kernwaarden van jouw organisatie gaan en richting geven aan herdefiniëring.

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.