Langzaam schrijven
- Leiderschapsontwikkeling
- 19 december 2016
Deze column is langzaam en bedachtzaam geschreven. Als u over mijn schouder had meegekeken, zou u dat langzame beslist hebben herkend, maar ‘bedachtzaam’ zou misschien niet bij u zijn opgekomen. U had mij veelvuldig zien schrappen, schuiven, knippen en plakken; woorden en leestekens invoegen, weer verwijderen, of vervangen door andere. U had mij zinsdelen en tekstdelen zien verplaatsen naar een andere plek, en hele alinea’s zien schrijven die ik vervolgens weer integraal weggooide, zelfs als het om heuse ‘darlings’ ging. Ik weet vrij zeker dat u mijn werkproces als uiterst chaotisch zou kwalificeren; misschien zelfs als onhandig, omslachtig en inefficiënt.
Schrijven, schrappen en herformuleren
Mogelijk herkent u deze paradoxale omstandigheid. Dan bent u vast ook zo iemand die, net als ik, al schrijvend, schrappend en herformulerend in dialoog gaat met zijn of haar eigen voorlopige zinnen. Iemand die eerder geschreven tekstpassages aandachtig terugleest, in stilte luisterend hoe ze ‘klinken’, en die nagaat of de gedachtegangen en redeneringen wel raak en vloeiend genoeg tot uitdrukking komen.
Beethoven- of Mozart-type?
Om het beeld van componeren nog even vast te houden: u bent dan een schrijver van het Beethoven-type. Beethoven, zo kun je goed zien aan de manuscripten van zijn partituren, bleef net zolang aan zijn composities schaven tot het klonk zoals het moest klinken. Als u er niets in herkent, bent u misschien van het—veel zeldzamer—Mozart-type. Naar verluidt ontwierp Mozart zijn composities helemaal in gedachten, en schreef ze daarna in een keer uit ‘in het net’. Mij lukt dat alleen met kattenbelletjes en boodschappenlijstjes.
Geschreven tekst spreekt letterlijk aan
In tijden van haastige spoed en snelle communicatie voelt zo’n schijnbaar inefficiënte manier van werken misschien aan als onverantwoord. Ik kan u geruststellen: er is niets onverantwoords aan. Dat u aandachtig ‘luistert’ naar uw voorlopige zinnen, en ze herformuleert om ze beter te laten klinken, is daarentegen bijzonder verstandig. Uw zinnen zullen namelijk straks ook weerklinken in de breinen van uw lezers. Dat hoeft u niet figuurlijk op te vatten. Geschreven taal activeert bij lezers de neurale systemen die ze ook gebruiken voor het verwerken van gesproken taal. Uw tekst spreekt ze dus letterlijk aan. En nu ik het toch over zintuigen heb: het is ook raadzaam er rekening mee te houden dat uw geschreven taal, bedoeld of onbedoeld, beelden in de breinen van uw lezers kan projecteren. Botsende beelden brengen zomaar mentale kortsluiting teweeg, als u nog begrijpt wat ik bedoel met deze botsende beelden.
Begin met één globaal samenvattende redenering
Tijdens de kritische en aandachtige ‘dialoog’ met uw eigen, in schrift geëxternaliseerde gedachtegangen bent u bovendien bezig met allerlei mentale processen die kunnen bijdragen aan de kwaliteit en de diepgang van uw eigen denken. Verrassend genoeg blijkt uit experimenten dat je daartoe beter met één globaal samenvattende redenering kunt beginnen dan met een volledig tekstplan dat je vervolgens systematisch invult. Teksten die in de ‘plan-en-invul’-modus zijn geschreven, zijn wel netjes gestructureerd, maar ontberen doorgaans richting, stuwing en zeggingskracht.
Experimentele werkvormen in Effectief Denken, durft u het aan?
Hoe kun je deze en andere nieuwe inzichten in het verloop van schrijfprocessen vertalen naar een schrijfdidactische benadering die het denken stimuleert? Wie het aandurft zichzelf bloot te stellen aan de experimentele werkvormen die ik hier in de afgelopen jaren voor heb ontwikkeld, is van harte welkom in het programma Effectief Denken. Wees voorbereid op pittige exercities en schrijfacrobatiek. Inclusief spierpijn achteraf.
Meer lezen:
Baaijen, Veerle. 2012. The Development of Understanding through Writing. Groningen dissertations in linguistics, 107.
Bemis, D. K., & Pylkkänen, L. (2012). Basic linguistic composition recruits the left anterior temporal lobe and left angular gyrus during both listening and reading. Cerebral Cortex, 23, 1859–1873.
Steen, Gerard. 2010. A Method for Linguistic Metaphor Identification: From MIP to MIPVU. Converging evidence in language and communication research, vol. 14.
Dit blog is een bijdrage van Femke Kramer. Femke is opgeleid als neerlandicus in Leiden en Groningen en gepromoveerd op een studie over zestiende-eeuwse toneelschrijfkunst. Ze werkt als universitair docent taalbeheersing in verscheidene alfa- en bèta-opleidingen van de Rijksuniversiteit Groningen. Femke is docent in het nieuwe programma Effectief Denken. Het programma Effectief Denken bestaat uit 3 onderdelen: denken, schrijven en spreken. Femke neemt in het programma de module over ‘Schrijven’ voor haar rekening.
Liever een blog lezen over denken of spreken? Lees hier de tips van de andere docenten: Succesparadox – hoe te leren van paradoxen (denken) of Vijf tips om zonder angst overtuigend je boodschap te presenteren (spreken). Meer weten over het programma Effectief Denken? Download vrijblijvend de brochure.