De mythe van de mislukte onderwijsvernieuwingen

Door Hartger Wassink, gastdocent, adviseur en coördinator NIVOZ Denktank

Stop met de onderwijsvernieuwing. Dat was het dringende advies van het rapport dat Jeroen Dijsselbloem in 2008 aan de regering aanbood. Al dat vernieuwen leidt alleen maar tot mislukkingen, was de ondertoon. Tien jaar later constateert Hartger Wassink dat die vermaledijde vernieuwingen in het onderwijs helemaal niet zo’n ramp zijn. ‘Sterker nog, in de afgelopen tien jaar heeft het onderwijs zich gewoon verder ontwikkeld, meestal op initiatief van leraren zelf.’

‘Wat is het beste onderwijs? Die vraag is niet te beantwoorden, want het onderwijs is veel te complex om onder één noemer te vangen. Onderwijs heeft drie doelen: kwalificeren, socialiseren en persoonsvorming. Kwalificeren betekent dat je leerlingen in staat stelt om hun diploma te halen. Socialiseren houdt in dat je ze bepaalde gangbare waarden en normen meegeeft. Persoonsvorming betekent dat je leerlingen stimuleert om hun eigen mening te vormen, te ontdekken wie ze zijn en wat ze kunnen bijdragen.’

Spieken mag niet!

‘Het paradoxale is dat het onderwijs die persoonsvorming onderdrukt. Vierjarigen zijn nieuwsgierig, willen ontdekken en ervaren. Dat leren we ze af. Spieken mag niet en als je te kritisch bent, word je eruit gestuurd. Leerlingen die zich netjes houden aan de regels, doorlopen de middelbare school het beste. Helaas ontdekken ze later dat alleen leren wat nodig is voor de toets onvoldoende is in het vervolgonderwijs. Merken ze dat samenwerken met anderen en afkijken bij collega’s en concurrenten juist essentieel is als ze aan het werk gaan.’

Het succes van het vmbo

‘Ondanks de mythe dat alle onderwijsvernieuwingen zouden zijn mislukt, hebben we de afgelopen dertig jaar wel vooruitgang geboekt. Neem het succes van de vmbo-vorming: leerlingen die vroeger op zestienjarige leeftijd gingen werken, blijven nu langer op school en halen een startkwalificatie. Sterker nog, die vmbo-scholen hebben geweldige faciliteiten en bieden leerlingen heel veel mogelijkheden. De meeste havo- en vwo-scholen zijn in vergelijking ouderwetse instellingen. Het studiehuis is ook zo’n vernieuwing waarvan wordt geroepen dat het totaal is mislukt. Toch zie ik dat het studiehuis op veel scholen wel functioneert: leraren ontwikkelen zich tot coach en scholen besteden veel meer aandacht aan vakoverstijgende projecten.’

De leerling is een mens

‘Toch kan het beter. Het lijkt alsof men in het onderwijs is vergeten hoe belangrijk die persoonsvorming is. We moeten leerlingen leren verantwoordelijkheid te dragen, zich creatief te uiten en op redelijke manier de interactie aan te gaan. Waarom laten scholen zich toch zo gevangennemen door een systeem van cijfers en rendement? Wat zeggen cijfers nu echt? Op zwemles zie je hoe het ene kind binnen enkele weken het A-diploma haalt en het andere een jaar langer in het peuterbadje ronddobbert. Elke leerling heeft een eigen tempo: een twaalfjarige die nog niet rijp is om wiskunde te bevatten, kan dat wellicht twee jaar later wel. Waarom moeten ze die stof allemaal op hetzelfde moment aanleren?

One size fits all bestaat niet

‘Scholen willen het wel anders, maar hebben geen tijd om het anders te doen, krijg ik vaak te horen. We hebben zoveel stof om in een jaar te behandelen, we moeten zoveel toetsen afnemen en onze school moet goed scoren bij de inspectie. Ik vraag me werkelijk af wat dit te maken heeft met geven van goed onderwijs. Ga met elkaar het gesprek en zoek uit wat het beste onderwijs op jouw school betekent. Dat hoef je niet eerst wetenschappelijk te bewijzen. One size fits all bestaat niet. Telkens weer kijken naar de leerling als mens, dat is de basis voor goed onderwijs, en dan komt die vakinhoud vanzelf.’

Hartger Wassink doceert voor AOG School of Management in de leergang Leiderschap in Onderwijsbestuur

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.