Authenticiteit, nu echt!
- Leiderschapsontwikkeling
- 28 januari 2015
Authenticiteit gaat over echtheid. Authenticiteit gaat over waarheid. Authenticiteit gaat over oorspronkelijkheid. Maar een blik in de supermarkt, leert dat authenticiteit ook over appeltaart en cola gaat. En cursussen beloven je geluk en voorspoed via authenticiteit; je hoeft alleen maar jezelf te zijn. Het is soms even zoeken, maar je wordt wel geholpen.
Ongetwijfeld liggen daar hulpvaardige gedachten aan ten grondslag, maar waar je in ieder geval niet aan geholpen wordt is inzicht in wat authenticiteit is en wat er voor nodig is om authentiek te zijn. Van een begrip dat even nastrevenswaardig als onbepaald is, kan het geen kwaad om eens wat aan het laatste te doen. Wellicht met als resultaat om het eerste te temperen. Kunnen we bijvoorbeeld niet beter de veronderstelde synoniemen van authenticiteit nastreven dan het begrip zelf?
Betekent authentiek in cakemeel volgens authentiek grootmoeders recept hetzelfde als een authentiek schilderij van Vermeer, en is die eigenschap van het schilderij weer dezelfde als die we een leider toeschrijven als we hem authentiek noemen? Een eenduidige betekenis lijkt authenticiteit niet te hebben. In het dagelijkse gebruik van het begrip, kunnen we drie toepassingen onderscheiden. Allereerst de categorie waarmee we onderscheid maken tussen echt en nep: we noemen een parel uit een oester authentiek, terwijl een parel van glas inauthentiek is. Ten tweede de categorie waar we authenticiteit in historische zin gebruiken: een jaren-dertig woning noemen we authentiek als de woning in de jaren dertig gebouwd is volgens de voor die periode kenmerkende bouwstijl. En tot slot de categorie waarin we authenticiteit toeschrijven aan een persoonlijke identiteit.
Hoewel de betekenis van authenticiteit in deze drie categorieën niet elke keer exact hetzelfde is, klinkt toch telkens een melodie van echtheid, eerlijkheid en oorspronkelijkheid. Begrippen die we dus als eigenschap aan een ding of mens toeschrijven. Authenticiteit ontstaat dus eigenlijk als er een verbintenis is tussen ‘zijn’ en ‘schijn’. We noemen bijvoorbeeld Martin Luther King authentiek omdat wat wij van hem zien en horen (schijn), overeenstemt met wie hij is (zijn).
Daarnaast heeft authenticiteit een uitsluitend element in zich. Om immers zinvol over authenticiteit te spreken moet tenminste ook het tegendeel, inauthenticiteit, mogelijk zijn. Waarom zouden we parels authentiek noemen, als er alleen maar echte parels zouden bestaan? We maken ons druk over authentieke parels omdat er ook glazen parels op de markt zijn: inauthentieke parels -parels waarbij geen verbintenis is tussen zijn en schijn.
Maar geldt dat ook voor persoonlijke identiteit? Dat zou betekenen dat er zoals bij de parel, een onafhankelijke ‘waarheid’ of ‘echtheid’ in onszelf zit. Een die met het optreden van authenticiteit zichtbaar wordt en onzichtbaar is als we inauthentiek zijn. Coaching en training vooronderstelt vrijwel altijd het bestaan van deze essentie. Al snel zal daar dan ook de normatieve boodschap en opdracht zijn: wees jezelf, dat is altijd goed. Een dergelijke essentie is echter op veel punten problematisch. Het tijdsaspect bijvoorbeeld. Een mens verandert voortdurend, op welk moment zou ik dan echt zijn? Daarnaast is het lastig om een persoon nep te noemen, zoals een parel nep is. ‘Hoezo’, zult u misschien zeggen. ‘Je bent toch gewoon echt, als je je niet anders voordoet dan je bent’. Maar, wie ben ik dan echt? Een parel is microscopisch te onderzoeken op echtheid, maar dat geldt niet voor uw persoonlijke identiteit. Bovendien weten we vaak genoeg simpelweg niet wat we echt willen en echt geloven. Zoeken naar het samenvallen van echtheid in onszelf en de schijn (ons handelen) leidt zo eerder tot onzekerheid en twijfel dan tot authenticiteit. Essentie is een even noodzakelijk als onmogelijk ingrediënt van persoonlijke authenticiteit.
In de vele cursussen maar ook literatuur over authenticiteit, wordt hier meestal aan voorbij gegaan. Om te voorkomen dat authenticiteit een middel wordt waarmee we vooral focussen op hoe we overkomen op anderen, is het beter om aandacht te besteden aan de vraag wat je maakt tot wie je bent en voor de gevorderden: of het mogelijk is om niet te zijn wie je bent.
Dit bericht is een bijdrage van Janjaap Fleurke. Janjaap studeerde commerciële economie en filosofie.