Op zoek naar de verbinding met de samenleving
- Nieuws
- 12 december 2014
De samenwerking tussen AOG School of Management en de faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen was al jaren hecht. Docenten van de faculteit verzorgen colleges tijdens verschillende leergangen en AOG School of Management organiseert op haar beurt het parttime programma MSc BA van FEB. Wijnand Aalderink (1962), directeur Career Services en Corporate Relations van de faculteit ziet een duidelijke overeenkomst. “Net als AOG School of Management zoeken wij de verbinding met de samenleving.”
Sinds zijn studie Nederlands aan de RUG in de jaren tachtig heeft Wijnand Aalderink altijd in het hoger onderwijs gewerkt: als onderzoeker aan de RUG, docent aan Windesheim en nu bij de faculteit Economie en Bedrijfskunde. In de jaren negentig pionierde hij bij SURF, de ICT Samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en het onderzoek met het nieuwe fenomeen internet in het onderwijs. “Studenten vroegen me waarom we internet nodig hadden. We zagen elkaar toch al elke dag? Kun je nagaan hoe snel de wereld is veranderd.” Zoals hij het zelf uitdrukt, raakte hij verdwaald in het management en werkt hij sinds 2007 bij FEB, waar hij de functies als hoofd Bureau Onderwijszaken en Communicatie combineerde. “Inmiddels waren Economie en Bedrijfskunde gefuseerd tot een faculteit en heb ik de nieuwe afdeling Education and Communication Services opgezet.”
Verbinding met de samenleving versterken
Inmiddels is Aalderink volop bezig om de verbindingen tussen de faculteit en de samenleving te versterken. De relatie met AOG School of Management is daarvan een voorbeeld. “Wij werken natuurlijk al veel langer samen, maar wat ik nu specifiek wil laten zien aan al die deelnemers aan de AOG School of Management leergangen en opleidingen is wat wij met onze 7000 studenten kunnen betekenen voor bedrijven en organisaties waar zij werken. Ik denk dat het interessant is om kennis te maken met de frisse kids die bij ons studeren. Bij ons ligt de lat hoog. Niet voor niets horen we bij de 1 procent beste business schools in de wereld en hebben we naast de Amerikaanse AACSB-accreditatie net ook de belangrijke EQUIS-accreditatie behaald. Onze studenten hebben binnen drie maanden na hun afstuderen een baan; sneller dan studenten in de Randstad. Die studenten kunnen onder de begeleiding van onze onderzoekers tijdens hun studie al het nodige voor bedrijven betekenen. Ze kunnen er projecten doen of onderzoeken uitvoeren. We zijn bezig om die mogelijkheden te verbreden.”
Careers Company
De Careers Company is een van de manieren waarop FEB contact zoekt met de samenleving. Aalderink: “Wij willen onze studenten zo goed mogelijk voorbereiden op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd willen we onze kennis naar de wereld brengen door een partnerschap aan te gaan met bedrijven en organisaties. Zo’n organisatie kan bijvoorbeeld een vraagstuk bij ons neerleggen en wij kunnen dan een wetenschapper en een multidisciplinaire groep masterstudenten aan het werk zetten. Uiteraard moet zo’n vraagstuk wel wetenschappelijk relevant zijn. Beide partners moeten er iets aan hebben.”
Business Challenge
Een voorbeeld van zo’n onderzoek was de recente business challenge bij Defensie. Aalderink: “Een business challenge houdt in dat we een klas van 25 studenten zeven weken lang een onderzoek laten doen bij een opdrachtgever. Bij Defensie ging het om de vraag hoe je beter kunt omgaan met stafofficieren die steeds moeten omschakelen van een bestaan op de kazerne naar een oefening in vredestijd of een operatie in een conflictgebied. Onze studenten kregen de kans om onder de motorkap van Defensie te kijken en hebben een aantal adviezen opgesteld.” Aalderink benadrukt dat de Careers Company geen consultancy bureau is. “Onze studenten komen niet met de definitieve oplossing, maar zijn absoluut in staat om te komen met een heldere analyse en waardevolle inzichten. Dat is ook wat we van onze partners horen.”
Toppers rekruteren
Een bijkomend voordeel voor de partners van de faculteit is dat ze op deze manier talentvolle studenten kunnen rekruteren. Aalderink: “Bedrijven kunnen in hun eigen praktijk bekijken welke studenten bij hen passen. Ook kan het voordelig zijn om een internationale student te vragen voor een onderzoek, vooral als bedrijven internationale ambities hebben. Zo’n student kan een culturele sleutel zijn voor de toekomst. Sowieso zijn onze studenten kinderen van de netwerkgeneratie. Ze zijn internationaal georiënteerd en zien de wereld als hun werkplek. Daarvan kunnen bedrijven profiteren.”
Junior-trainees
Vanaf begin 2015 gaan acht grote partners van FEB studenten als junior-trainee in huis halen in het corporate master programma. Studenten die al hun punten voor hun master hebben gehaald kunnen hiervoor worden geselecteerd. Aalderink: “Die studenten doen een half jaar extra, waarbij ze vier dagen per week in het bedrijf aan het werk zijn en een dag terugkomen om gecoacht te worden en een gezamenlijk project uit te voeren. Het idee is dat onze topstudenten op deze manier worden gekoppeld aan potentiële werkgevers. We beginnen hiermee in september 2015 en willen daarna elk halfjaar zo’n groep laten starten. Alleen studenten met hoge cijfers en een relevant cv komen hiervoor in aanmerking. Dat is zowel voor die studenten als voor bedrijven interessant.”
Netwerkende alumni
De kans dat deelnemers aan AOG School of Management leergangen al bekend zijn met FEB is groot, volgens Aalderink. “We hebben pas geleden geïnventariseerd met wie onze medewerkers relaties onderhouden en dat bleek een heel lange lijst te zijn. We willen de samenwerking met al die relaties stroomlijnen en verbeteren. Daarover zijn we nu met elkaar in gesprek.” Het is ook de bedoeling om relaties en wetenschap vaker met elkaar in contact te brengen. “We hebben 28.000 alumni die over de hele wereld aan het werk zijn. Dan is het natuurlijk fantastisch om van tijd tot tijd die mensen weer bij elkaar te brengen zodat ze hun netwerk kunnen versterken. Dat hebben we onlangs gedaan tijdens het 400-jarige lustrumfeest van de RUG en willen we in de toekomst vaker doen. Het zou mooi zijn als we de AOG School of Management deelnemers daar ook bij kunnen betrekken.”
Dit interview met Wijnand Aalderink is een bijdrage van Marjan Brouwers.