Dertig jaar AOG: voor mensen die vooruit willen

De vooruitgang voor zijnRuim dertig jaar geleden, op 29 augustus 1988, richtte de RUG de Stichting Academische Opleidingen Groningen op: een initiatief van toenmalige collegevoorzitter Eric Bleumink. Een opleidingsinstituut op academisch niveau voor mensen die niet iets moeten, maar iets willen. Stevig verbonden aan de universiteit, maar tegelijkertijd vernieuwend, inspirerend en ondernemend.

Met ondernemer Albert-Jan Postma aan het roer gooide AOG de deuren open voor talloze deelnemers: van doorgewinterde bestuurders tot werkloze academici, van leergierige professionals tot gretige managers die het belang inzien van een leven lang leren.

 

 

Toen Albert-Jan Postma zich eerst als student en later als ondernemer aan de Radesingel vestigde, kon hij niet voorzien dat hij aan de basis zou komen te staan van Freia, een succesvol netwerk van opleidings- en trainingsbedrijven. Nu hij een jubileumboek aan het schrijven is, komen al die herinneringen aan de woelige jaren tachtig weer teug. Zoals de gesprekken met het toenmalige College van Bestuur over de Stichting AOG. Postma: “Eric Bleumink is de geestelijk vader van AOG. Hij heeft het bedacht en doorgezet en alle faculteiten erbij betrokken. Hij heeft ervoor gezorgd dat AOG het contractonderwijs voor de RUG op exclusieve basis initieert, coördineert en stimuleert. Daarmee heeft hij het bestaansrecht van AOG tot op de dag van vandaag mogelijk gemaakt.”

De meeste universiteiten brengen hun contractonderwijs onder bij een faculteit in de vorm van een business school en meestal is dat Bedrijfskunde. AOG is vakoverschrijdend en rapporteert rechtstreeks aan het College van Bestuur, niet aan de faculteiten. Voor de dagelijkse leiding zocht Bleumink een andersdenkend type: een echte ondernemer die net zo gemakkelijk kattengrit verkocht als academische opleidingen. Dat werd Postma. “Bleumink was kritisch en dacht vast regelmatig: waar beginnen we nu weer aan? Maar hij liet me mijn gang gaan en heeft me vijftien jaar lang aangekund. Een verdienste op zich!”

Vergaarbak van activiteiten

Aanvankelijk was AOG vooral een serviceorganisatie die initiatieven vanuit de RUG aan de praat kreeg en de organisatie en marketing voor haar rekening nam. Maar binnen tien jaar was AOG zo hard gegroeid dat er een nieuwe fase aanbrak. Postma: “In 1998 is daar een klap op gegeven, waarbij Freia en de RUG ieder voor vijftig procent aandeelhouder zijn geworden: een publiek-private samenwerking die tot op de dag van vandaag succesvol is gebleken.”

Inhoudelijk was AOG een vergaarbak van activiteiten. Het was een postdoctoraal opleidingsinstituut op academisch niveau – het huidige AOG School of Management – maar verzorgde bijvoorbeeld ook omscholingsactiviteiten. In de jaren tachtig was de werkloosheid onder academici erg hoog. Vele alumni van de RUG wisten in die tijd via een van de gesubsidieerde omscholingstrajecten, zoals de Opleiding Letteren & Management, toch aan een baan te komen. Soms waren de trajecten volledig gesubsidieerd, soms moesten deelnemers een deel van de opleiding zelf betalen. Vrij plotseling besloot Postma halverwege de jaren negentig te stoppen met gesubsidieerde trajecten. “Ik vond eigenlijk dat werken met subsidies een oneigenlijke markt creëerde. Bovendien kon de subsidie zomaar stopgezet worden.”

Fan van AOG

De rode draad is steeds de drive van deelnemers om zich te ontwikkelen in hun werk. Annelieke Achterberg, directeur AOG School of Management en sinds 2001 werkzaam voor AOG: “Deelnemers worden nooit gestuurd, ze willen dit zelf. En als ze eenmaal de smaak te pakken hebben, komen ze vaak terug voor meer. Ze worden fans.” Verder is de nadruk steeds meer komen te liggen op leiderschap. Achterberg: “Leiderschap was een begrip dat in de jaren tachtig nog niet in zwang was. Bleumink was zijn tijd ver vooruit: hij vond toen al dat we leiderschap in onze leergangen moesten opnemen: iets dat we vervolgens steeds meer als vanzelfsprekend zijn gaan doen: kijk maar naar de titels van ons aanbod.”

De RUG als hofleverancier

Wat betreft docenten is de RUG hofleverancier van AOG, maar er is geen sprake van gedwongen winkelnering. Postma: “Dat heb ik meteen in het begin aan Bleumink gevraagd en die zei: zoek het beste dat je in de markt kunt vinden.” Achterberg: “Als brede, klassieke universiteit bestrijkt de RUG alle wetenschapsvelden, maar het is niet zo dat we hier altijd de allerbeste specialist op een bepaald vakgebied kunnen vinden. Andersom zijn docenten van de RUG ook niet verplicht om bij ons colleges te verzorgen. We merken wel dat docenten, net als deelnemers, graag terugkomen, omdat ze het fantastisch vinden om te werken met zulke gemotiveerde deelnemers.” Maar dan moeten ze wel de kwaliteit leveren die de zeer kritische deelnemers verwachten, voegt Postma toe. “Minimaal een zeven en een half, voor minder doen we het niet. Als je daar onder blijft hangen, vragen we je niet terug.”

Accreditatie van twee masters

Een hoogtepunt was de accreditatie van de opleidingen Master Strategy & Leadership en de MBA Innovation & Leadership in respectievelijk 2017 en 2018: twee professional masters op academisch niveau. Eenvoudig was dit traject niet, vertelt Achterberg: “Het ministerie van Onderwijs gaat uit van reguliere mastertrajecten die twee jaar duren. Wij bieden flexibele mastertrajecten, waar deelnemers acht jaar over kunnen doen en die uniek zijn in de combinatie van academische en praktische toepasbaarheid. Tijdens deze trajecten komen deelnemers met academische kennis en skills tot een concrete en toekomstbestendige visie op een complex vraagstuk in hun eigen praktijk. Tijdens de visitatie gaf het panel ons mee dat we nog meer kunnen inzetten op de praktijk in het docentenkorps. Daarom zijn we nog meer dan we al deden op zoek gegaan naar gastsprekers die in de praktijk hun sporen hebben verdiend om colleges te verzorgen en het geïnspireerde gesprek met de deelnemers aan te gaan.”

De vooruitgang voor blijven

Een leven lang leren is altijd een overkoepelend thema geweest voor alle AOG-opleidingen. Achterberg: “We willen net als onze deelnemers de vooruitgang voor blijven. Daarom denken we na over concepten die we pas over vele jaren mogelijk realiseren.” De horizon van Postma ligt nog verder weg: “Kwaliteit neerzetten kost heel veel tijd. Nu zeggen mensen dat ze de Comenius Leergangen geweldig vinden. We hebben zeker tien jaar moeten sleuren voordat we dit hebben bereikt.” Ondertussen speurt hij naar nieuwe kansen en ideeën. “Het boek Homo Deus van Harari heeft me aan het denken gezet over geluk. Als mensheid hebben we onze angst voor honger, oorlog en ziekte overwonnen. Nu maken we ons zorgen over de vraag of we wel gelukkig worden. Geluk heeft alles te maken met tevredenheid en je zelfbeeld. Daar praat ik met veel mensen over en wie weet zie je over tien jaar een concept waarin geluk een hoofdrol heeft.”

 

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.