De filosoof en de futurist
- Algemeen nieuws
- Filosofie
- Nieuws
- 16 november 2022
Een nieuwe leergang over mogelijke toekomsten
Hoe vorm je een visie op wat er komen gaat voor je organisatie? En welke toekomst wil je dan? Vragen die aan bod komen tijdens Visie op de Toekomst, de nieuwe leergang van AOG School of Management met filosoof Wouter Kalf als kerndocent en trend- en innovatie-expert Cécile Cremer als gastdocent. Deelnemers doen kennis op van technologische ontwikkelingen en verdiepen zich in grote sociaal maatschappelijke transformaties en verschuivingen in de wereldorde. Daarnaast leren ze op systematische manier mogelijke toekomsten te verkennen en formuleren ze hun eigen visie op de toekomst.
Is de toekomst wel af te leiden?
Futurisme houdt zich bezig met het exploreren van de toekomst met als doel oplossingen voor vandaag te bedenken. Cécile Cremer: ‘Vanuit mijn organisatie Wandering the Future voer ik innovatietrajecten uit bij bedrijven en organisaties, waarbij ik nieuwe concepten, innovaties en inzichten ontwikkel, gebaseerd op onderzoek naar de toekomst. Toekomstdenken, zoals ik het vak liever noem, gaat vooral over toekomstweerbaarheid en toekomstgeletterdheid. Bedrijven en organisaties zijn vaak erg bezig met het nu en volgend jaar en zijn daardoor niet goed voorbereid op de uitdagingen en urgenties van de toekomst. We doen vaak alsof de toekomst iets is dat op ons af komt en waarop we geen invloed hebben. In mijn vak helpen we mensen en organisaties juist om methoden en denkwijzen te ontwikkelen waarmee ze urgenties leren signaleren, analyseren en transformeren tot bruikbare business strategieën en inzichten. Zo ben je beter voorbereid op de toekomst en kun je deze beter begrijpen.’
Welke toekomst wil ik dan?
Kerndocent Wouter Kalf, werkzaam als docent en assistent professor filosofie en onderwijsdirecteur aan de Universiteit Leiden, is enthousiast over de combinatie van filosofie en futurisme. ‘Filosofie geeft inzicht in wat voor persoon je bent en wilt zijn. Als je nadenkt over mogelijke toekomsten en hoe je deze kunt vertalen naar bruikbare strategieën stel je vragen als: welke toekomst wil ik en welke toekomst vind ik moreel aanvaardbaar? In de leergang hebben we het over drie F’en: futurisme leert welke toekomsten mogelijk zijn en filosofie helpt me na te denken over welke van de mogelijke toekomsten gewenst is. De derde F staat voor feiten en gaat over feitelijke ontwikkelingen in de wereld waarover we met futurisme iets willen zeggen en met filosofie naar willen kijken.’
Wil jij vooruitblikken én reflecteren op de transformaties van de toekomst?
In de nieuwe leergang Visie op de Toekomst combineren we de Facts (over wat technologisch allemaal al mogelijk is, over spanningen in de wereldorde of grote sociaal maatschappelijke bewegingen) met Futuring (we maken het onvoorstelbare voorspelbaar) en Filosofie (hoe willen we ons verhouden tot alle "vooruitgang").
Verschillende methodes om toekomstscenario’s te ontwikkelen
Hoe mogelijke toekomsten eruit zouden kunnen zien is het vakgebied van Cremer. ‘Toekomstdenken helpt om patronen in menselijk gedrag te leren herkennen, zodat je beter kunt zien welke kant het opgaat in de maatschappij. Op basis van die inzichten kun je toekomstscenario’s ontwikkelen, waarbij we onder andere gebruik maken van de methode ‘backcasting’: wat voor strategie moet je nu uitzetten als je over twintig jaar daar wil uitkomen.’ De filosofie voegt een extra laag toe, zegt Kalf: ‘Nadat we de grote factoren hebben geïdentificeerd die achter de complexe problemen van deze tijd liggen, denken we na over de vraag welk gedrag nodig is om verandering tot stand te brengen. En ook over welke veranderingen we dan willen. Deelnemers formuleren zo een eigen visie op de toekomst en moeten daarbij goed nadenken over de waarden zij belangrijk vinden. Die visie moeten ze vervolgens helder en overtuigend in een logisch betoog overbrengen. En omdat wij met de toekomst bezig zijn, doen onze deelnemers dat niet in de vorm van een geschreven document, maar door middel van een korte, gefilmde documentaire.’
Geen glazen bol, maar open staan voor signalen
Niemand van ons beschikt over een glazen bol. Hoe kun je in een tijd van ingrijpende kantelpunten en breukvlakken, zoals drie jaar geleden de coronapandemie en nu de oorlog in de Oekraïne, iets zinnigs zeggen over de toekomst? Cremer: ‘Wij kijken naar signalen in de maatschappij die ons helpen om toekomstscenario’s te ontwikkelen. We onderzoeken bijvoorbeeld in hoeverre mensen openstaan voor innovatie en vernieuwingen, we kijken naar wat voor nieuwe bedrijven er ontstaan en hoe consumenten zich gedragen. De patronen die we herkennen zeggen iets over welke kant het opgaat in de wereld en wat er zou kunnen veranderen in de nabije en de verre toekomst. En daar kun je dan op anticiperen, als organisatie, maar ook als individu.’
Vooruitgang vanuit meerdere kanten bekeken
Overigens erkent Cremer dat mensen het liefst in het nu leven en niet graag open staan voor de urgenties van de toekomst. ‘Mensen willen in de kern niet veranderen. Als je kijkt naar innovaties, zie je dat die in 99 procent van de gevallen zijn ontstaan vanuit ontevredenheid.’ Technologische ontwikkelingen hebben bovendien vaak twee kanten: ‘Neem de ontdekking van het vuur. Dankzij die innovatie konden we ons verwarmen en ons eten koken. Maar het gaf ons ook een wapen om onze vijanden pijn mee te doen. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de computer en de mobiele telefonie.’ Als filosoof kijkt Kalf hiernaar door verschillende brillen. ‘Wat vind ik ervan? Is wat hier gebeurt moreel aanvaardbaar? Moeten we de persoonlijke vrijheid van mensen beter beschermen en bestendigen en hen waarschuwen voor de gevaren van bepaalde technologische innovaties? Maar ik kan ook een andere bril opzetten. Ja, de technologische vooruitgang heeft nadelen, maar brengt ons ook veel. Als filosoof stel je de vraag; wat is nu eigenlijk juist? Wat wil ik precies? Wat vind ik moreel aanvaardbaar?’
Met de keuzes van vandaag heb je invloed op de toekomst
Wat tijdens de leergang ongetwijfeld aan de orde zal komen is de vraag in hoeverre je als individu iets kunt doen om de toekomst te beïnvloeden. Een cynische vraag, vindt Wouter Kalf. Hij betoogt dat de geschiedenis ons leert dat je wel degelijk als individu dingen kunt veranderen. ‘Daarom heb ik ruimte gereserveerd voor sprekers die nadenken over wat de motor is van morele vooruitgang, die zich afvragen wat nodig is om een bepaalde beweging op gang te brengen en actief mensen zoeken die het lef hebben om samen de hete kolen uit het vuur te halen.’ Cremer valt hem bij. ‘Je kunt weliswaar in je eentje geen grote veranderingen tot stand brengen, maar je kunt wel invloed op de toekomst uitoefenen door de keuzes die je vandaag maakt. Als je daarin gelooft en je eigen toekomst gaat vormgeven, zie je om je heen collectieve bewegingen en organisaties ontstaan die ook iets willen veranderen. Als je steeds maar roept dat jij niets kunt veranderen, gebeurt dat ook niet. Als je je alleen maar afvraagt wat een verandering jou persoonlijk oplevert, dan heeft het instrumentele denken je in de greep. Veel problemen van vandaag de dag komen daaruit voort. Als je deze vraag stelt, ben je onderdeel van het probleem en zul je geen visie op de toekomst kunnen maken.’
Een opgerekt voorstellingsvermogen
Om een visie op de toekomst te kunnen formuleren moet je je voorstellingsvermogen kunnen oprekken, vervolgt Kalf. ‘Als instrumenteel denken je denkkader is, heb je ook moeite om out of the box te denken, om een creatief idee toe te laten, om een keer een pad te bewandelen dat nergens toe leidt. In de filosofie moet je juist creatief denken, buiten je comfortzone treden en zo je voorstellingsvermogen oprekken. Die mentale eigenschap heb je nodig om jouw eigen visie op de toekomst neer te kunnen zetten.’ Eigenlijk hoef je maar een ding te leren, sluit Cremer af: ‘Daag jezelf uit om niet steeds te doen wat je altijd hebt gedaan. Dan volgt de magic: het moment waarop er iets nieuws gebeurt en innovaties ontstaan.’