Duurzame diversiteit voor een duurzamere wereld

Arjen Wals

Prof.dr.ir. Arjen Wals – Docent in de leergang Leiderschap in Duurzaamheid

Diversiteit

Bij het zoeken naar een duurzamere wereld is het weten te benutten van diversiteit essentieel: enerzijds is het een voorwaarde voor een gezonde planeet, anderzijds is het een goede eigenschap van lerende gemeenschappen die tegen stootjes kunnen en in staat zijn te breken met bestaande routines en systemen die niet langer houdbaar blijken te zijn. Wanneer wij spreken over ‘duurzame leerprocessen’ en over ‘duurzame organisaties’ dan zien wij het als een vanzelfsprekendheid dat we het hebben over organisatieontwikkeling en leerprocessen die bijdragen aan een samenleving die duurzamer is dan de huidige. We hebben het daarmee dus niet over organisatieontwikkeling en leerprocessen die enkel bijdragen aan economische groei, uitbreiding van marktaandeel, etc. en daarmee aan het sneller uitputten van natuurlijke hulpbronnen, het versnellen van de opwarming van de aarde, het versterken van de kloof tussen arm en rijk, etc. Oftewel, wij bezien het bevorderen van duurzame leerprocessen en het creëren van duurzame diversiteit door de bril van duurzame ontwikkeling.

Duurzaamheid en onzekerheid

Als er ergens overeenstemming over is ten aanzien van duurzame ontwikkeling dan is het wel dat er geen overeenstemming is over wat het nu precies inhoudt. Over de aard van de verandering die nodig is om ons te kunnen oriënteren op duurzaamheid is meer overeenstemming. Veelal wordt gesproken over meer fundamentele veranderingen in de manier waarop we wonen, werken, recreëren etc. en over de waarden die we daarbij nastreven. Anders gezegd, duurzame ontwikkelingen betreffen veelal zogenaamde systeeminnovaties die vragen om een integrale vernieuwing van producten, leefstijlen, processen en structuren. Het kost veel tijd en energie om dergelijke veranderingen te realiseren. Het gaat veelal om ‘betere dingen doen’ en niet zo zeer om de ‘dingen beter doen’. Nu is het lastige dat we niet met zekerheid kunnen zeggen wat nu beter is en dat de meningen, ook die van wetenschappers, daarover verschillen en onderhevig zijn aan verandering. We leven immers in een risicomaatschappij (Beck et al., 1997) waarin onzekerheid, onvoorspelbaarheid en onbedoelde (eco)systeemveranderingen, typische kenmerken zijn. De samenleving is voortdurend in beweging en er komen problemen of uitdagingen op ons pad waarvoor kant en klare oplossingen niet voor het oprapen liggen.

Oplossingen uit het verleden bieden geen garantie voor goede resultaten in het heden en in de toekomst. De conclusies van wetenschappelijk onderzoek staan op losse schroeven en zijn niet meer dan argumenten in de publieke discussie over de risico’s van onze moderne samenleving. Is er wel of geen sprake van een versterkt broeikaseffect, is de vermoeidheidsziekte ME wel of niet het gevolg van de vele gifstoffen in het milieu? Is de toenemende onvruchtbaarheid bij mannen het gevolg van onze moderne leef- en voedingswijzen? Is er eigenlijk wel sprake van een afnemende vruchtbaarheid? Deze vragen zijn zo complex, dat ze niet eenduidig en zonder twijfel beantwoord kunnen worden. Met dit belangrijke gegeven in het achterhoofd lijkt het zinvoller het lerend vermogen van de samenleving (op macro-, meso- en microniveau) te ontwikkelen dan om bepaalde gedragscodes voor te schrijven waarvan later hoogst waarschijnlijk moet worden uitgelegd dat het de verkeerde waren.

Nieuws uit de natuur

Voor het realiseren van een duurzamer samenleving (macro), organisatie (meso) of leefstijl (micro) zijn specifieke vermogens nodig: het zien van verbanden, het afstemmen van functies, het benutten van diversiteit en het creëren van synergie. Volgens Fritjof Capra is een essentie van duurzame ontwikkeling te vinden in de manier waarop ecosystemen zijn georganiseerd en waarop ze kunnen omgaan met verstoringen (Capra, 2007). Het gaat niet om de afzonderlijke principes en elementen, maar om het geheel van het systeem dat continu in beweging en ontwikkeling is en als geheel meer is dan de som der delen. Feitelijk zijn ’gezonde’ ecosystemen lerende systemen. In onze zoektocht naar duurzame systemen kunnen we wellicht een heleboel leren van ecosystemen: duurzame gemeenschappen van planten, dieren and micro-organismen. Het gaat in ecosystemen om netwerken, om onderlinge afhankelijkheid, om flexibiliteit, weerbaarheid, etc. en als som van dit alles: om duurzaamheid. Illustratief hiervoor zijn planten- en diersoorten die leven op het grensvlak van twee verschillende ecosystemen. Deze soorten hebben zich zodanig ontwikkeld (lees: moeten leren) dat zij onder extreme omstandigheden van beide systemen kunnen overleven. Een ander bekend voorbeeld uit de (biologische)landbouw is de kracht van agro-biodiversiteit bij het omgaan met ziekten en plagen: heterogene gemeenschappen lijken beter in staat een plotselinge aanval van buitenaf op te vangen dan homogene gemeenschappen (monoculturen). De vraag is of organisaties ook lerend systemen kunnen vormen die het hoofd kunnen bieden aan de uitdagingen waarvoor zij worden geplaatst in het kader van bijvoorbeeld duurzaamheid.

Sociaal leren

Sociaal leren is een manier om te komen tot en eveneens een kenmerk van een ‘lerend systeem’ waarin mensen van, door en met elkaar leren en gezamenlijk weerbaarder worden tegen stootjes, beter kunnen omgaan met onzekerheid, complexiteit en risico’s en elkaars verschillen niet alleen accepteren maar ook weten te benutten. Ook in organisaties en bedrijven wordt ‘sociaal leren’ steeds vaker genoemd als een manier om mensen actief te betrekken bij ingrijpende veranderingsprocessen (Cramer en Loeber, 2007; ). In essentie gaat het om het bij elkaar brengen van mensen met verschillende achtergronden, waarden, perspectieven, kennis en ervaringen, van zowel binnen als buiten een groep of organisatie, om te komen tot een creatieve zoektocht naar antwoorden op vragen waarvoor geen pasklare antwoorden beschikbaar zijn. Sociaal leren is een proces waarbij mensen geprikkeld worden te reflecteren op impliciete aannames en gangbare denkkaders, om zodoende ruimte te creëren voor het ontstaan van nieuwe handelingsperspectieven en –praktijken. De belangrijkste kenmerken van sociaal leren zijn:

  • het gaat om samen leren van elkaar,
  • het veronderstelt dat we meer van elkaar leren als we niet allemaal hetzelfde denken of doen ofwel: we leren meer in heterogene groepen dan in homogene groepen,
  • het gaat om het creëren van vertrouwen en sociale cohesie juist om de verschillende manieren van kijken naar de wereld te kunnen benutten, het gaat om onverwachte botsingen en ontmoetingen die kunnen leiden tot creativiteit en energie,
  • het gaat om het creëren van ‘ownership’ bij zowel het leerproces als de gevonden oplossingen waardoor de kans dat er ook daadwerkelijk iets gebeurt vergroot wordt, en
  • het gaat om gezamenlijke betekenisverlening en zingeving.

Dit hoeft overigens niet te betekenen dat mensen voortdurend een beroep hoeven te doen op sociale leerprocessen. Immers, net als in ecosystemen kunnen periodes van relatieve stabiliteit en rust afgewisseld worden door periodes met een grotere dynamiek en een hogere mate van onzekerheid, waaraan veelal een verstoring of een nieuwe uitdaging ten grondslag ligt. Vooral in een periode van dynamiek en onzekerheid wordt een beroep gedaan op het lerend vermogen van het systeem en daarmee op sociaal leren. Op het moment dat het systeem al lerende de verstoring het hoofd heeft kunnen bieden, breekt weer een periode van stabiliteit en rust aan (Hurst, 1995). Maar onze samenleving en de organisaties die haar mede vormgeven bevinden zich, zoals gezegd, niet een periode van rust en zekerheid maar juist in een periode van dynamiek en onzekerheid. Er wordt juist nu een beroep gedaan op het vermogen van mensen en organisaties om bestaande routines, normen en waarden ter discussie te stellen.

Lees verder…

Dit stuk bevat een aantal belangrijke ingrediënten van de inaugurele rede ‘Message in a bottle: learning our way out of unsustainability’ die prof.dr.ir. Arjen Wals uitsprak bij het aanvaarden van de bijzondere leerstoel ‘Sociaal leren en duurzame ontwikkeling’ aan de Wageningen Universiteit.  Voor hoe dit denken zich verder heeft ontwikkeld verwijst hij naar een recentere inaugurele rede die hij op 17 december 2010 mocht houden bij de aanvaarding van een nieuwe leeropdracht op het terrein van “Transformative learning for socio-ecological sustainability”. Arjen Wals is docent in de leergang Leiderschap in Duurzaamheid bij AOG School of Management.

 

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.