Beter onderwijsbestuur door een profiel? De kans daarop is nihil!

dr. Marlies Honingh

dr. Marlies Honingh

Na de docent en de schoolleider is de onderwijsbestuurder nu aan de beurt, er moet een beroepsprofiel komen. Er schieten wat losse gedachten door mijn hoofd; weten we dan niet wat we van een bestuurder mogen verwachten? Ben je een betere bestuurder als je aan het profiel voldoet? Wie hebben hier baat bij? Hebben bestuurders behoefte aan erkenning? Wat zou er in zo’n profiel moeten staan? En, wordt het onderwijs beter van deze profielen?

Los van deze tamelijk lukrake vragen, denk ik aan professionaliseringsprocessen van artsen en notarissen zoals we die uit de beroepensociologie kennen. Hoewel de definities van professionals en hun professionaliseringsgeschiedenis soms wat verschillen, gaat het om de erkenning van het feit dat professionals expliciete theoretische vakkennis hebben, samen hun vakgebied ontwikkelden en die kennis verankerden in beroepscodes en standaarden om beunhazerij te voorkomen.

Teruggrijpen op klassiek professionaliseringsinstrumentarium?

Met het onderkennen van het feit dat sterk geprofessionaliseerde beroepen macht hadden en een zekere vrije ruimte om beslissingen te kunnen nemen werd het voor anderen duidelijk dat het bereiken van de status van professional aantrekkelijk was. Wilensky sprak in 1964 al over “the professionalization of everyone”. Inmiddels zijn we een halve eeuw verder en zien we dat de klassieke definitie, nauwelijks meer werkt. Het is niet relevant om dit hier te analyseren en duiden. Maar het is wel relevant om de vraag te stellen waarom in het onderwijs en ook in andere sectoren teruggegrepen wordt op klassiek professionaliseringsinstrumentarium.

Kennis van onderwijs is niet meer genoeg

In de stappen die ondernomen worden door schoolleiders en nu ook door bestuurders zien we klassieke patronen terug. Kennisvergaring, het verenigen van vakbroeders en zusters, de ontwikkeling van codes, het oprichten van scholingsinstituten. De vraag die gesteld moet worden is, of deze aanpak de beste aanpak is in de huidige tijd. Voor schoolbestuurders geldt heel nadrukkelijk dat kennisvergaring over besturen noodzakelijk is. Met kennis opgebouwd in het onderwijs alleen, kom je er niet. Er is meer nodig om te kunnen besturen, om te kunnen gaan met de prikkels en vragen van buiten en inhoud te geven aan de eigen bestuurlijke agenda. Met andere woorden, het besturen van een school is vele malen complexer dan pakweg vijftien jaar geleden.

Beroepsprofiel onderwijsbestuurder

Toch is het goed om nog even stil te staan bij de werkelijke vragen die aan bestuurders gesteld worden; welke kennis vraagt deze complexiteit van bestuurders en kan een profiel daarbij helpen? De aard van de kennis die bestuurders nodig hebben is van een andere orde dan die van notarissen of artsen in de vorige eeuw. Het gaat over een bundeling van kennis uit meerdere disciplines, het eigen maken van vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. Daarmee komen we weer bij de kern; de beroepsprofielen. Wat moet het beroepsprofiel de bestuurder geven en wat moet er in komen te staan? Gaat het om standaardisatie?

Standaardisatie?

Ik kan me een behoefte aan standaardisatie maar moeilijk voorstellen. Immers goed besturen, gaat niet alleen om het goed doen, maar juist om het goede doen. Daarmee is besturen bij uitstek situationeel. Gaat het dan om het buitensluiten van beunhazen of het duidelijk maken dat het besturen van een school geen sinecure is? Wanneer dat het geval is, ben ik meer en meer geneigd om te zeggen, bewijs dan maar in de praktijk dat de besturen het goed doen en er geen reden is voor twijfel!

Een beroepsprofiel zal eventuele maatschappelijke onrust niet wegnemen over besturen. Ook is het moeilijk voorstelbaar dat de overheid besturen meer ruimte zal schenken omdat er een mooi profiel ligt. Het is in de handen van de bestuurders zelf om te bewijzen dat zij in staat zijn om de wettelijke verantwoordelijkheid die zij hebben met verve te vervullen. Dat het niet eenvoudig is, daar twijfelt niemand aan en dat besturen laveren en experimenteren met de al dan niet ervaren autonomie is ook geen nieuws. Maar ik verwacht van een beroepsprofiel geen bestuurlijke en onderwijsinhoudelijke verbeteringen, dat zal toch echt moeten komen van de heren en dames aan de bestuurstafel zelf.

Dit is een bijdragen van dr. Marlies Honingh. Ze is universitair docent bij de afdeling Bestuurskunde van de Radboud Universiteit Nijmegen en docent in de leergang Excelleren in Onderwijsbestuur. Dit blog is tevens opgenomen in het E-book “De persoonlijke kracht van de onderwijsbestuurder”.

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.