Duurzaam nieuw geloven

Premier Rutte roept op meer auto’s en televisies te kopen, VNO-NCW voorzitter Wientjes wil banken verkopen, PvdA voorman Samsom wil vastzittend geld bij pensioenfondsen losmaken, bouwend Nederland wil nog meer leegstand bouwen en de meeste economen denken nog steeds uit de crisis te komen door economisch te groeien. Twee dingen hebben ze allemaal gemeen: ze weten niet in welke crisis we zitten en hoe we er structureel uit kunnen komen. Het één hangt uiteraard met het ander samen.

Inleiding

Het geloof (en vertrouwen) in onze bestuurders neemt steeds meer af en daarmee neemt de behoefte aan een nieuw geloofssysteem of paradigma steeds meer toe. Het geloof dat we door meer auto’s of televisies te kopen, een betere welvaart krijgen, moeten we durven loslaten, zodat er ruimte ontstaat voor een nieuw geloofssysteem. Helaas lukt het politici en bestuurders niet om met een structurele oplossing te komen voor de huidige crisis terwijl een oplossing vrij simpel is. Er is namelijk een bijna 1:1 relatie tussen welvaartsgroei en productiviteitsgroei en de productiviteit van vooral de informatiewerker, groeit nauwelijks. Albert Einstein zei eens: ‘De wereld die we gecreëerd hebben is een product van ons denken, willen we de wereld veranderen, dan zullen we ons denken moeten veranderen.’ We hebben daarom op dit moment meer behoefte aan filosofen, biologen en organisatiekundigen, dan aan politici, bankiers en economen. We zullen het werk van de informatiewerker opnieuw moeten organiseren. Niet langer binnen de belemmerende muren van bedrijven, maar in netwerkorganisaties. Wanneer we productiever worden houden we meer tijd over voor (zorg)taken, om na te denken of te genieten. Maar de vraag hoe we productiever kunnen worden is op dit moment minder relevant dan de vraag waarom we productiever moeten worden.

Nieuw geloofssysteem

We hebben geen economisch probleem, dat is al lang geleden opgelost omdat we nauwelijks nog schaarste kennen. We hebben vooral een organisatieprobleem: de organisatie van een duurzame welvaart blijkt moeilijk te zijn. We kunnen wel welvaart maken, maar de kosten van de welvaartmachine zijn nog veel te hoog getuige de vele crisissen, de hoge schulden, ecologische belasting en bijvoorbeeld kosten voor zorg en vergrijzing. De afgelopen twee jaar schreef ik vier boeken over de vraag: Waarom zitten we in een crisis en hoe komen we daar structureel uit? Ik noem de crisis vooral een welvaarts-, vertrouwens- of geloofscrisis. Sinds we weten dat we bestaan hebben we als mens een geloofssysteem nodig om te overleven in die ‘grote, donkere en gevaarlijke wereld’ (Zie ook het boek: ‘Weconomics analyse: waarom onze welvaartmachine aan vervanging toe is.’). De enige manier om structureel uit de crisis te komen is dat we in iets nieuws, iets beters gaan geloven. Het geloof dat we met de overwaarde van ons huis nog meer geld kunnen maken, zal vervangen moeten worden door een ander geloofssysteem. Volgens mij is dat vooral gaan geloven in een circulaire economie en duurzame welvaart, dat is namelijk hard nodig voor het voortbestaan van de mens als soort. Zodra we geloven dat een duurzame welvaart kunnen maken, kunnen we ook nadenken over nieuwe organisatievormen. We hebben als mens aangetoond dat we welvaart kunnen maken. Nu is het zaak om dit te verduurzamen, zodat onze kinderen, die we het leven geven, dit ook krijgen. We geloven dat we voor werk naar een bedrijf, voor geld naar een bank en voor zorg naar de overheid moeten. En dit beeld wordt helaas ook in stand gehouden doordat de massamedia vooral naar de inzichten vraagt van bekende bestuurders en economen, representanten van deze vanzelfsprekendheden.

Behoefte aan moedige pioniers

Geloof in een duurzame welvaart zet mensen weer in beweging, aan het werk en helpt ons positief te denken. Dit verhaal zou niet verteld moeten worden door bekende politici, bankiers of economen, maar door bevlogen pioniers: ‘When you grow up you tend to get told the world is the way it is and your life is just to live your life inside the World’, zei Steve Jobs. Bekende bestuurders hebben over het algemeen, uitzonderingen daargelaten, een groot nadeel: ze zijn waarschijnlijk bekend geworden, omdat ze het denkkader van de oude wereld consequent uitgevoerd hebben. Een dwarsdenker zal niet snel minister worden. Je wordt geen bankdirecteur als je niet consequent regels en procedures volgt en netjes het management development programma volgt dat er vooral op gericht is de wispelturige mens uit te sluiten van het productieproces. We hebben moedige mensen nodig waarbij moed niet de afwezigheid van angst is, maar het besef en de overtuiging, dat iets anders belangrijker is.

Welvaart groeit door groei productiviteit

Volgens mij is er een directie 1:1 relatie tussen welvaartsgroei (ook groei naar een duur-zame welvaart) en productiviteitsgroei. Onze welvaart groeit nauwelijks omdat, vooral, de informatiewerker nauwelijks productiever wordt. Daar ligt ook de sleutel en de oplossing voor onze crisis. Wanneer de informatiewerker productiever wordt, houdt deze meer tijd over om zelf (zorg)taken te doen waar de overheid niet meer aan toe komt of geen geld meer voor heeft. Ik heb er weinig vertrouwen in dat bestaande politici, bestuurders en economen ons voldoende hoop en geloof kunnen geven om structureel uit de crisis te komen. Ik zie de huidige bestuurders eerder als curators van een failliet systeem: een aantal zaken moeten nog afgehandeld worden, maar we moeten eigenlijk niet te veel naar ze luisteren voor wat betreft de nieuwe wereld. Bestuurders zijn te vaak reflectors van een failliet systeem, ze zijn operators van een kapotte machine die niet meer te maken is. We moeten volgens mij zeker onze kinderen, leren om zelf na te denken over de inrichting van hun nieuwe wereld.

Nieuwbouw

‘The secret of change is to focus all of your energy, not on fighting the old, but on building the new’, zei Socrates ooit. Ook voor duurzaam nieuw organiseren (DNO) geldt, dat het zich beter kan concentreren op vernieuwing dan op verandering van oude klassiek georganiseerde bedrijven, tenzij deze bedrijven netwerkorganisaties willen worden. DNO kan bijdragen aan een disruptieve innovatie in de manier waarop we het werk van de informatiewerker organiseren: niet langer binnen de belemmerende muren van bedrijven, maar in open, productieve, flexibele en schaalbare netwerken. Naast de bestaande bedrijven worden nieuwe netwerkorganisaties opgezet en bestaande processen worden overgeheveld naar de nieuwbouw. Voorbeelden van processen die plaats kunnen vinden in een community zijn, het: zoeken en boeken van trainingen, adviesdiensten en assessments; plaatsen van vacatures en het vinden en binden van talenten; delen van informatie, crowdorganizing, open innovatie.

Conclusie

Wanneer het dak van je oude huis lekt kun je dit repareren, maar het dak zal blijven lekken omdat de fundering rot is waardoor het huis scheef zakt. Zo is het ook met de organisatievorm, waarmee we in de 21e eeuw het werk van de informatiewerker organiseren. De fundamenten stammen uit de 19e eeuw en zijn toe aan vervanging. Nieuwbouw is daarbij beter dan verbouw en nieuw is vooral oud loslaten. DNO kan helpen de informatiewerker productiever te maken zodat we meer tijd overhouden voor (zorg)taken waar de overheid zich steeds meer op terugtrekt. Maar dan zullen we wel de huidige eenheid van denken bij de organisatie en automatisering van ons werk (het bedrijf), los moeten laten. Maar nog belangrijker: we moeten durven te geloven dat een duurzame welvaart mogelijk is.

Dit bericht is een bijdrage van Paul Bessems. Paul Bessems is chairman & founder of the Weconomics Foundation. Bessems is ondernemer, investeerder en innovator. Hij geeft lezingen, schrijft artikelen en boeken over de community economy. Zijn belangrijkste expertise ligt op het transformeren van bedrijven naar communities. Meer informatie zie: www.weconomics.info of www.paulbessems.com.

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.