‘De gebruiker moet altijd centraal staan’

alumna_Tanja_ZuijderwijkEen echte aanpakker, dat is de beste omschrijving van Tanja Zuijderwijk (38 jaar), hoofddocente Facility Management aan de Hogeschool Rotterdam. Een ‘hands on’-type, zegt ze zelf, die niet zomaar tien uur per week over had. Toch maakte ze twee jaar lang die tijd vrij om naast haar baan en gezin de Master of Facility Management & Vastgoed (MFM) te behalen. Met een prachtig resultaat: ze werd hoofddocente en voerde meteen een totaal nieuw curriculum in voor de opleiding Facility Management.

Niet zelf op het toneel

Al op het VWO wist Tanja Zuijderwijk dat ze geen type was voor de universiteit. “Ik ben heel praktisch ingesteld, houd van resultaat, dus heb ik heel bewust gekozen voor het HBO: Toegepaste Huishoudwetenschappen in Den Haag. Tijdens haar werk als intercedente bij een uitzendbureau kwam haar volgende baan over haar bureau en kon ze aan het werk bij Facilicom als facilitair coördinator. Het was een dynamische tijd en ze genoot zes jaar lang van elke minuut.

En nog steeds spat de passie voor haar vak ervan af. “Geen dag is hetzelfde. Het ene moment sta je mevrouw Jansen stickerinstructies te geven op kamer 35 B en het volgende moment zit je om tafel met het College van Bestuur. Dan gaat het over strategische vraagstukken of over de begroting van een nieuwbouwpand. Je moet heel snel kunnen denken, improviseren en goed schakelen. Heerlijk vond ik dat. Tegelijkertijd is het best lastig om op een verjaardag uit te leggen wat je doet als facility manager. Waar het bij dit vak om draait is dat je achter de schermen ervoor zorgt dat de gebruiker, of het nu een gast, een patiënt of een cliënt is, optimaal kan presteren en dat medewerkers hun werk goed kunnen doen. Je staat zelf niet op het toneel, je bent onzichtbaar. Vaak hoor je pas iets wanneer er iets mis is gegaan. Facility Management is een dissatisfier. Mensen gaan ervan uit dat alles goed is geregeld. Is het te warm of tocht het teveel, doet het licht het niet of is de koffie koud, hapert het hek van de parkeergarage, dan komt FM in beeld. Daar moet je mee kunnen omgaan, anders ben je niet geschikt voor dit vak.”

Doceren moet je leren

Haar passie voor het vakgebied brengt Zuijderwijk nu alweer acht jaar over op de HBO studenten Facility Management van de Hogeschool Rotterdam. Ze kwam in aanraking met het onderwijs toen ze stagiaires begeleidde van de hogeschool. “Ik vond dat zo leuk dat ik er helemaal in op ging. Op een gegeven moment vroegen ze of ik belangstelling had om docent te worden. Daar had ik nooit over nagedacht. Een jaar later merkte ik dat ik uit balans raakte. Het werk was te druk en de reistijden te lang om goed te combineren met mijn gezin. Toen kwam opnieuw de vraag of ik wilde solliciteren. Dat is alweer acht jaar geleden.”

De overstap naar het onderwijs ging niet vlekkeloos. “Ik vond het erg wennen in het begin. Ik had mijn onderwijsbevoegdheid wel gehaald, maar dan weet je nog niets. Het kost je zeker drie jaar om een goede docent te worden. Ik moest erg wennen aan de houding van de studenten. Ze waren soms minder gemotiveerd dan ik had verwacht en groepschemie is een onvoorspelbaar iets. Nu vind ik het geweldig om met studenten om te gaan, ze houden mij scherp en tegelijkertijd ben ik kritisch naar hen. Het succes van de les ligt niet alleen in handen van de docent. Studenten moeten ook proactief zijn in de les. Als wij in de zomer nog hier in het gebouw aan het werk zijn en zij al met vakantie zijn, vind ik het heel saai. Dan mis ik de dynamiek van al die jonge mensen.”

Stokpaardje van een vakmens

Ze blijft een vakmens en houdt de ontwikkelingen in haar vakgebied nauwgezet bij door veelvuldig in contact te zijn met het werkveld. Zo vindt ze het Nieuwe Werken een vreselijke term en wordt dit veelal ingevuld als deels thuiswerken: “Je kunt wel leuke plannen maken, maar als je mensen daar niet bij begeleidt, komt er niets van terecht.” Daarmee komt ze op haar stokpaardje: “De gebruiker moet centraal staan. Als jij opgesloten in je kamertje een plan zit te schrijven zonder te praten met de gebruikers zelf, dan komt dat plan niet uit de verf. Als ik zie dat er hier water over de vloer loopt, dan ga ik eerst op zoek naar de afsluiter, dan help ik met dweilen en daarna ga ik nadenken hoe we de lekkage voortaan kunnen voorkomen. Je moet goed weten voor wie je dit werk doet en wat zij verwachten. Dat probeer ik mijn studenten mee te geven.”

Gegroeid dankzij master

Toen bleek dat meer hbo-docenten hun master moesten halen, meldde ze zich uiteindelijk bij AOG School of Management voor de master Facility Management en Vastgoed (MFM). Ze zocht een master die ze kon volgen op haar vrije dag en die haar meer kennis en verdieping kon bieden. Dat is gelukt: “Ik merk nog dagelijks hoe ik in die twee jaar ben gegroeid, niet alleen qua kennis maar ook in mijn denken. Dan merk ik opeens dat ik voor de troepen uit loop en vergeet mijn collega’s in het proces mee te nemen. Dat is een leerpuntje! Ik was trouwens een lastige student: ik stelde nogal kritische vragen. Ik had niet verwacht dat ik het zo moeilijk zou vinden om student te zijn en feedback te accepteren.”

Zuijderwijk genoot vooral van het onderzoek dat ze uitvoerde naar de aansluiting tussen de negen Facility Managementopleidingen in het land en het werkveld. “Wat ik heb ontdekt is dat ‘hét werkveld’ niet bestaat. Zoveel mensen, zoveel wensen. De een vindt dat studenten te weinig kunnen en teveel kennen, de ander juist andersom. Het was lastig om een gemene deler te vinden. Het probleem voor het onderwijs is ook dat het werkveld sneller gaat dan wij kunnen opleiden en ons curriculum kunnen aanpassen. Je kunt wel een module invoeren over het nieuwe werken, maar is dat over vier jaar, als de studenten klaar zijn, nog wel een begrip? Zit men dan op die studenten te wachten? Wat ook een punt van aandacht is, is de vraag of je studenten beter kunt opleiden tot generalist of tot specialist. Wat moet een student zelf kunnen en wat kan hij straks beter uitbesteden? Ook daarover is men het in de praktijk hartgrondig oneens. Zeker is dat de student, docent en het werkveld een rol hebben in de aansluiting op de arbeidsmarkt. Learning-on-the-job blijft noodzakelijk. Het brede spectrum van Facility Management is eigenlijk niet in vier jaar te vatten. Die uitdaging heb ik de komende 3,5 jaar voor me liggen. Keuzes maken in hetgeen wij als HBO-FM Rotterdam aanbieden en mijn vakkennis delen met collegae en uiteraard de studenten.”

Nieuw curriculum

Na haar afstuderen werd Zuijderwijk hoofddocent en daarmee verantwoordelijk voor de inhoud van de opleiding. Samen met haar curriculumcommissie gooide ze het gehele onderwijsprogramma volledig om. “We werken nu met thema’s en beginnen met het thema de gebruiker centraal. Dat kan geen verrassing zijn! We hebben de inhoud van het curriculum uitgebreid met vertegenwoordigers uit het werkveld besproken. Dat waren erg leuke discussies. Op basis daarvan gaan we bijvoorbeeld nog meer aandacht besteden aan de bedrijfskundige maar ook inhoudelijke kant van het vak. Studenten moeten een begroting kunnen maken en lezen. Ze moeten budgetten bepalen en offertes aanvragen en beoordelen. In het vakgebied moeten ze een volwaardige gesprekspartner zijn.

De komende vier jaar staat volledig in het teken van het invoeren van het nieuwe curriculum. Toch heeft ze alweer nieuwe plannen. “Ik vond het doen van onderzoek zo ontzettend leuk, daar wil ik mee doorgaan. Ik heb me daarom al aangemeld voor een onderzoek in Groningen naar bijvoorbeeld de leefomgeving van Alzheimerpatiënten. Daar wil ik graag bij aansluiten. Zo blijf ik groeien en mezelf ontwikkelen. En dat heb ik nodig, want stil zitten is niets voor mij.”

Meer weten? Klik hier voor meer informatie over de opleiding Master of Facility Management & Vastgoed (MFM).

Dit bericht is een bijdrage van Tanja Zuijderwijk. Tanja Zuijderwijk is alumna van de leergang Master of Facility Management & Vastgoed (MFM).

Op de hoogte gehouden worden?

Elke maand sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.